Eindejaarstips 2024: 16 Tips voor de DGA
Eindejaarstips 2024: 16 Tips voor de DGA
December is bij uitstek de maand om na te gaan welke acties u op fiscaal gebied nog voor het einde van het jaar moet nemen of juist uitstellen tot het nieuwe jaar. In het onderstaande informeren wij u over de belangrijkste actuele fiscale tips voor DGA’s.
1. Plan uw investeringen: Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)
Heeft u in 2024 al genoeg geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (zie onderstaande tabel)? Zo niet, dan valt er wellicht nog wat fiscaal voordeel te halen! Om in aanmerking te komen voor deze investeringsregeling, moet een investering minstens € 450 exclusief btw bedragen. U kunt hier dan jaarlijks ook op afschrijven.
Let op! Heeft u een investering in een bedrijfsmiddel in 2020 gedaan en daarvoor toen de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek geclaimd? Bij een eventuele verkoop binnen de vijfjaartermijn moet u rekening houden met een desinvesteringsbijtelling. Stel in dat geval de eventuele verkoop uit naar 2025.
2. Investeer nog in 2024 in energiezuinige bedrijfsmiddelen
Bent u van plan om binnenkort te investeren in een bedrijfsmiddel dat staat op de Energielijst van de RVO? Beoordeel dan of dit bedrijfsmiddel ook op de Energielijst 2025 is opgenomen? Zo niet dan is het mogelijk fiscaal voordeliger om nog in 2024 te investeren. Dit betekent dat u bijvoorbeeld dit jaar nog een opdrachtbevestiging of order moet ondertekenen. Wel moet u er rekening mee houden dat de energie-investering op tijd wordt gemeld bij de RVO om de energie-investeringsaftrek en de milieu-investeringsaftrek te kunnen claimen.
3. Koop nog een bestelauto zonder BPM
Tot eind 2024 kunt u nog profiteren van de vrijstelling van bpm bij de aankoop van een nieuwe bestelauto voor zakelijk gebruik (minstens 10%). Deze vrijstelling vervalt per 2025 en dan moet voor bestelauto’s dezelfde belastingheffing als voor personenauto’s worden betaald. Dit kan u duizenden euro’s besparen. Koopt u een CO2-vrije bestelauto? Dan betaalt u ook in 2025 geen bpm.
4. Verbreken fiscale eenheid per 31 december 2024
Als u per 1 januari 2025 geen onderdeel meer wenst te zijn van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, moet het verzoek tot ontvoeging uiterlijk 31 december 2025 zijn ingediend. Dit kan in bepaalde gevallen voordelig zijn wanneer er sprake is van meerdere winstgevende vennootschappen in een fiscale eenheid. Op die manier kan ieder van de vennootschappen afzonderlijk gebruik maken van de lagere ‘mkb-schijf’ in de vennootschapsbelasting. Het tariefverschil tussen de eerste schijf tot € 200.000 (19%) en het tarief boven dit bedrag (25,8%) bedraagt namelijk 6,8%. Ook kan het verbreken van een fiscale eenheid leiden tot de toepassing of verhoging van de investeringsaftrek.
Er zijn uiteraard ook nadelen verbonden aan het niet langer deel uitmaken van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Breng deze voor- en nadelen met een adviseur goed in kaart voordat u overgaat tot een ontvoeging. Tot slot leidt de verbreking van een fiscale eenheid die in 2024 is aangegaan vóór 31 december 2024 ertoe dat deze voor 2024 nooit heeft bestaan.
Let op! Overleg met uw adviseur over eventuele fiscale sancties die in werking kunnen treden door het verbreken van de fiscale eenheid.
5. Profiteer van het lage VPB-tarief
Houd de winst van uw BV onder € 200.000 om te profiteren van het lage VPB-tarief van 19%. Haal kosten naar voren en stel opbrengsten uit om vennootschapsbelasting te besparen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de kostenegalisatiereserve, de herinvesteringsreserve, voorzieningen of van vervroegd afschrijven.
6. Bespaar belastingrente
De belastingrente voor de vennootschapsbelasting is hoog (10% 2024, 9% 2025). Voorkom dat de Belastingdienst onnodig hoge rente in rekening brengt door tijdig een voorlopige aangifte in te dienen en te betalen. Heeft uw BV in 2024 beter gedraaid dan u dacht? Blijkt uit de (voorlopige) cijfers dat de BV over 2024 vennootschapsbelasting moet bijbetalen? Vraag dan om een aanpassing van de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2024.
Let op! Recentelijk heeft rechtbank Groningen geoordeeld dat de berekende belastingrente in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en het bedrag van de verschuldigde belastingrente van 8% verminderd moest worden naar 4%. Wij raden u aan om bezwaar te maken tegen de beschikking belastingrente die op de aanslag staat. In geval van een definitieve aanslag moet het bezwaar binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag bij de Belastingdienst binnen zijn. Bij een voorlopige aanslag moet eerst een verzoek om herziening van die belastingrente worden gedaan. Dit verzoek kan tot zes weken na de dag van de dagtekening van de definitieve aanslag over dat jaar worden gedaan. Uiteraard kunnen wij u van dienst zijn bij het opstellen van een verzoek om herziening dan wel een bezwaar.
7. In 2024 dividend uitkeren, of juist niet?
Per 1 januari 2025 wordt het tarief in box 2, waar onder anderen dividenduitkeringen onder vallen, gewijzigd. Voor inkomsten tot het bedrag van de eerste schijf van € 67.804 (voor fiscale partners € 135.608 gezamenlijk) blijft een tarief van 24,5% gelden. Over het meerdere geldt een tarief van 31% (was 33%).
8. Lenen van uw BV (inclusief rekening-courant) en excessief lenen
Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) kunt u uw beleggingen financieren met een lening van uw BV De lening hoort dan net als de beleggingen in box 3. Het lenen moet gebeuren onder zakelijke voorwaarden en een onderdeel hiervan is schriftelijke vastlegging. Bespreek met uw adviseur welke voorwaarden u nog meer overeen moet komen. Als u de lening bent aangegaan voor de eigen woning, dan is de rente aftrekbaar als de lening fiscaal kwalificeert als een eigenwoningschuld in box 1.
Heeft u als DGA een structureel hoge rekening-courantschuld bij uw BV? Dan loopt u het risico dat de Belastingdienst (een deel van) de schuld aanmerkt als dividenduitkering en een correctie aanbrengt, eventueel zelfs verhoogd met een boete. Dit risico kunt u verminderen door zorg te dragen voor een degelijke documentatie.
Let op! De laatste jaren heeft de Belastingdienst veel aandacht voor leningen tussen vennootschappen. Als de lening niet op zakelijke voorwaarden is verstrekt, dan is de lening onzakelijk. Van een onzakelijke lening kan sprake zijn als er geen aflossingsschema is overeengekomen of als aan de schuldeiser onvoldoende zekerheden zijn verstrekt. Is sprake van een onzakelijke lening, dan is een verlies op die lening niet aftrekbaar van de winst.
Let op! Leent u geld van uw BV? Mogelijk wordt u dan geconfronteerd met de excessief lenenwetgeving. De wetgever is namelijk van mening dat DGA’s teveel lenen bij de eigen BV en wil dit beperken. Wel geldt er een bepaald drempelbedrag en alleen schulden boven dit bedrag worden aangemerkt als excessief. Dit excessieve deel wordt vervolgens belast in box 2 tegen de daar geldende tarieven. Voor 2023 gold een drempelbedrag van € 700.000. In 2024 is het drempelbedrag echter verlaagd en kunt u op grond van deze wet samen met een eventuele fiscale partner nog maar maximaal € 500.000 onbelast lenen van uw eigen vennootschap.
Leningen bestemd voor de eigen woning zijn van deze regeling uitgezonderd en worden niet meegerekend in de berekening van het drempelbedrag. De peildatum voor 2024 is 31 december 2024. U heeft dus tot deze datum de tijd om schulden boven de grens af te lossen. Hiermee voorkomt u dat het excessieve deel van de leningen zal worden belast tegen een belastingtarief in box 2 van 24,5% of 33% – afhankelijk van het bedrag – alsof het een dividenduitkering is.
Tip! Op dit moment is onduidelijk of de wet excessief lenen in strijd is met Europees recht. Wellicht is het zinvol om bezwaar te maken tegen de definitieve aanslag waarin het fictieve inkomen vanwege excessief lenen is opgenomen. Overleg met uw HBK adviseur of bezwaar maken zinvol is. Doe dit binnen zes weken na ontvangst definitieve aanslag.
9. Voorziening
Wilt u winstneming uitstellen? Kijk dan of u nog een voorziening kunt vormen. Daarvoor is al voldoende dat de toekomstige uitgaven hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan voor de balansdatum, en dat een redelijke mate van zekerheid bestaat dat de uitgaven in de toekomst worden gedaan. Verder geldt dat de toekomstige uitgaven ook moeten kunnen worden toegerekend aan de periode voorafgaande aan de balansdatum. Voorzieningen zijn mogelijk voor bijvoorbeeld een reorganisatie, onderhoud, saneringskosten, het verlenen van garantie op producten of jubileumuitgaven voor het personeel.
10. Laatste loonheffingsaangifte 2024
Ga na of alle betalingen gedaan aan het personeel op een juiste wijze zijn verloond. Denk hierbij ook aan de forfaitaire bijtellingen voor de bestelauto en de personenauto, en andere gunstige beloningsvormen, zoals de werkkostenregeling (zie onze volgende tip).
11. Benut de mogelijkheden binnen de werkkostenregeling
Benut voor 2024 uw mogelijkheden binnen de werkkostenregeling. Het percentage voor de berekening van de vrije ruimte stijgt van 1,92% in 2024 naar 2% in 2025 over de eerste € 400.000. Het percentage over de hogere fiscale loonsom blijft 1,18%.
Tip! Beoordeel of u mogelijk nog resterende vrije ruimte heeft in 2024 en bekijk of zaken die u in 2025 wil vergoeden of verstrekken mogelijk al in 2024 kunnen worden vergoed dan wel verstrekt.
12. Belastingvrije reiskostenvergoeding
Stelt u geen vervoersmiddel ter beschikking aan uw werknemer, maar reist u werknemer wel voor zijn of haar werk? U kunt uw werknemer dan een belastingvrije vergoeding van maximaal € 0,23 per km geven. Het maakt daarbij niet uit op welke wijze de werknemer reist. Dit geldt voor zowel woon-werkverkeer als voor zakelijke kilometers. Bij reizen per openbaar vervoer mag u ook de werkelijke kosten vergoeden. Het bedrag van de belastingvrije vergoeding blijft in 2025 € 0,23 per km.
13. 30%-regeling vanaf 2025
Werknemers die van buiten Nederland worden aangeworven om in Nederland te komen werken, maken veel dubbele kosten (zogenaamde extraterritoriale kosten). Onder voorwaarden mag een werkgever deze kosten onbelast vergoeden. Dat mag op declaratiebasis waarbij dus de werkelijke kosten worden vergoed. Eenvoudiger (en vaak voordeliger) is het om standaard 30% van de totale beloning onbelast te vergoeden (zonder nader bewijs).
Vanaf 2024 mag de 30%-regeling alleen nog maar worden toegepast tot de zogenaamde Balkenendenorm (2024: € 233.000, 2025: € 246.000). Over het meerdere is dit niet meer mogelijk. Wel kan er nog altijd voor worden gekozen om de werkelijke kosten te vergoeden in plaats van gebruik te maken van de 30%-regeling. Voor zowel de 30%-regeling als de vergoeding van de werkelijke kosten geldt een totale maximale termijn van vijf jaar (periodes van eerder verblijf in Nederland komen hierop mogelijk in mindering). Ook mag naast de 30%-regeling nog altijd de werkelijke kosten van een internationale school worden vergoed.
Let op! Vraag de 30%-regeling binnen vier maanden na indiensttreding aan, zodat de regeling met terugwerkende kracht tot de start van de dienstbetrekking kan worden toegepast. Wordt het verzoek later aangevraagd, dan kan de 30%-regeling mogelijk niet met terugwerkende kracht worden toegepast en mag de regeling pas worden toegepast vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de aanvraag is gedaan.
Tip! Bij wisseling van werkgever bestaat recht op continuering van de 30%-regeling. Tussen beide dienstbetrekkingen moet dan minder dan drie maanden zitten. Tevens kan continuering binnen vier maanden na de start van de nieuwe dienstbetrekking worden aangevraagd.
Korting van de 30% regeling
De amendementen die in december 2023 door beide Kamers zijn aangenomen waarbij de 30%-regeling aangepast werd naar een 30-20-10%-regeling, zijn teruggedraaid. Deze regeling zal vanaf 2027 worden vervangen voor een algehele verlaging van 3%. Voor 2025 en 2026 zal nog steeds een maximaal forfait van 30% blijven gelden. Wel zal de salarisnorm vanaf 2027 worden verhoogd van € 46.107 (2024) naar € 50.436. Voor ingekomen werknemers jonger dan 30 jaar met een masterdiploma wordt de salarisnorm verhoogd van € 35.048 (2024) naar € 38.338.
Tip! Voor werknemers waarvoor al vóór 2024 de 30%-regeling werd toegepast, geldt gedurende de gehele looptijd het percentage van 30% en de huidige (geïndexeerde) salarisnormen.
Het amendement dat de partiële buitenlandse belastingplicht vanaf 2025 afschaft blijft helaas wel in stand. Werknemers met een 30%-regeling konden in hun aangifte inkomstenbelasting ervoor kiezen om te worden aangemerkt als een partiële buitenlands belastingplichtige. Ondanks dat zij in Nederland woonden, werden zij dan voor box 2 en box 3 gezien als buitenlands belastingplichtige. Hierdoor hoefden zij in box 3 alleen hun Nederlandse onroerend goed aan te gegeven en waren zij over hun (wereldwijde) bank- en spaarrekeningen en aandelen geen Nederlandse belasting verschuldigd. Informeer nieuw ingekomen werknemers over deze wijziging. Indien voor een belastingplichtige al in 2023 gebruik werd gemaakt van de 30%-regeling dan geldt voor hen een overgangsregeling. Voor deze groep belastingplichtigen blijft de partiële buitenlandse belastingplicht nog gelden tot en met 31 december 2026.
14. Laatste btw-aangifte boekjaar
Denkt u bij het maken van de laatste aangifte van het boekjaar aan de volgende punten.
Privégebruik gerelateerde correcties
- Correctie btw privégebruik auto (zowel voor u als ondernemer als voor uw personeel);
- Correctie btw privégebruik voor bijvoorbeeld gas, water, elektriciteit en warmte bij thuiswerken;
- Correctie btw voor gebruik door u als ondernemer van tot het bedrijf behorende goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden (onder andere privégebruik, bijvoorbeeld bedrijfsmiddelen die u zowel zakelijk als privé gebruikt);
- Correctie btw voor verrichten van diensten door u als ondernemer voor andere dan bedrijfsdoeleinden (onder andere privégebruik);
- Correctie in het kader van de bedrijfskantineregeling;
- Overige correcties op aftrek van voorbelasting over verstrekkingen aan het personeel (gelegenheid geven tot sport of ontspanning, privévervoer en huisvesting) en voor relatiegeschenken en dergelijke.
Pro-rata gerelateerde correcties
- Ondernemers die niet uitsluitend btw-belaste prestaties verrichten moeten het pro-rata-aftrekpercentage voor het afgelopen jaar berekenen. Dit kan leiden tot een correctie (naar boven of beneden) van de eerder in aftrek gebrachte btw op algemene kosten.
- Indien het pro-rata-aftrekpercentage daalt onder de 90% (of 70% voor onder meer reisbureaus), moet u de gevolgen voor eventuele ‘opties belaste huur’ in huurcontracten beoordelen.
- Op roerende en onroerende investeringsgoederen moet herziening van voorbelasting plaatsvinden.
In sommige gevallen is onder voorwaarden goedgekeurd dat de correcties per einde kalenderjaar kunnen plaatsvinden (indien het kalenderjaar niet gelijk is aan het boekjaar.
Termijn terugvragen buitenlandse btw
Bent u economisch actief in meerdere EU-landen? Nederlandse aftrekgerechtigde ondernemers kunnen de in andere EU-landen betaalde btw terugvragen via een elektronisch verzoek bij de Belastingdienst. Let op, hiervoor zijn aparte inloggegevens vereist en het aanvragen daarvan kan enige weken duren. Het verzoek moet uiterlijk binnen zijn op 30 september van het jaar dat volgt op het jaar waarover u btw terugvraagt. Verzoeken die hierna binnenkomen worden mogelijk door het andere EU-land niet meer in behandeling genomen.
Debiteur betaalt niet? Vraag tijdig de btw terug
Btw afgedragen zonder dat de factuur ooit is betaald? Als een debiteur u niet betaalt, kunt u onder omstandigheden de btw terugvragen die u al heeft afgedragen aan de Belastingdienst.
Let op! Als u afspraken maakt met uw debiteur over de betaling van de factuur, kan het zijn dat uw vordering wordt omgezet in een lening. In dat geval kunt u geen verzoek tot teruggaaf indienen bij de Belastingdienst. Voordat u een betalingsregeling voorstelt, dient u dus goed na te gaan of uw debiteur uiteindelijk aan zijn of haar verplichtingen zal voldoen of niet. U moet het verzoek tot teruggaaf tijdig indienen. Dat betekent binnen een maand nadat duidelijk is dat uw afnemer niet betaalt. Uiterlijk één jaar na het opeisbaar worden van de vordering wordt geacht dat de debiteur niet meer zal betalen en moet u de btw terugvragen.
15. Bewaarplicht
Het opruimen en vernietigen van oude administratieve gegevens kan u uiteraard een kostenbesparing opleveren, maar houd daarbij wel rekening met de wettelijke bewaartermijn van ten minste zeven jaar van uw administratieve gegevens. Met betrekking tot onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen, moet u de btw-boekhouding zelfs tien jaar bewaren.
Voor de btw geldt in bepaalde gevallen een bijzondere bewaarplicht (van tien jaar. Permanente stukken (aktes, pensioen- en lijfrentepolissen enzovoort) mogen niet worden weggegooid.
Tip! Als u de gegevens van verkoopbonnen digitaal opslaat en deze ter beschikking kunt stellen aan de Belastingdienst, is het niet meer noodzakelijk om kassabonnen, kassarollen en dergelijke op papier te bewaren. Dit geldt ook voor facturen, mits bij het scannen geen informatie verloren gaat.
16. Informatieverstrekking uitbetaalde bedragen aan derden
Vanaf 1 januari 2022 zijn werkgevers verplicht informatie te verstrekken aan de Belastingdienst over uitbetaalde bedragen aan derden waarop geen loonheffingen zijn ingehouden. Als u dergelijke betalingen doet aan een natuurlijk persoon, moet u de Belastingdienst informeren over een aantal zaken, waaronder naam, adres, woonplaats, geboortedatum, Burgerservicenummer (BSN) en de in het kalenderjaar betaalde bedragen inclusief kostenvergoedingen. De informatieplicht geldt niet voor onder andere betalingen aan werknemers, artiesten, beroepssporters, of vrijwilligers. Ook geldt de informatieplicht niet voor personen die een factuur hebben uitgereikt, mits die factuur voldoet aan de eisen van de Wet op de omzetbelasting 1968. U kunt de informatie aanleveren in de loop van het jaar zelf, maar deze informatie moet in elk geval uiterlijk in januari na afloop van het jaar zijn aangeleverd.
Tip! Begin tijdig met het in kaart brengen voor welke personen u aan deze informatieplicht moet voldoen en ga na of u over alle noodzakelijk gegevens zoals een BSN-nummer beschikt.
Disclaimer
Bij de samenstelling van de Eindejaarstips 2024 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Deze versie is samengesteld met de kennis tot 11 november 2024. Daarbij zijn wij er vanuit gegaan dat de Eerste Kamer het Belastingplan 2025 en de aangenomen amendementen zal goedkeuren. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Meer Eindejaarstips 2024
HOOFDKANTOOR
Hoofdstraat 2 – 2351 AJ – Leiderdorp
BEL ONS
+31 (0) 71 54 22 720