Eindejaarstips 2020:

IB-Ondernemers

 

Eindejaarstips 2020: IB-Ondernemers

15 december 2020

Het nieuwe jaar komt er weer met rasse schreden aan. Bij uitstek de gelegenheid om uw financiële situatie nog even door te lichten op kansen én bedreigingen. In het onderstaande informeren wij u met de nodige tips voor IB-Ondernemers. Veel leeswerk, maar het zou zomaar de moeite waard kunnen zijn! Doe er uw voordeel mee en als wij kunnen helpen, dan doen we dat uiteraard graag.

  1. Coronacrisis: vraag uitstel van betaling

Veel ondernemers verkeren in zwaar weer door de coronacrisis. Het betalen van belasting kan daardoor lastig zijn. Het kabinet heeft daarom de mogelijkheden voor het verkrijgen van bijzonder uitstel van betaling verruimd. U kunt nog tot 31 december 2020 uitstel van betaling aanvragen voor uw onderneming. Heeft u al eerder uitstel gekregen, dan is het nog steeds mogelijk om het uitstel te verlengen. Deze maatregel eindigt op 31 december 2020. Eindigt het uitstel voor uw onderneming, dan moet u vanaf dat moment bij de eerstvolgende aangifte weer gewoon belasting betalen. Voor het terugbetalen van de openstaande belastingbedragen heeft een kabinet een speciale regeling in het leven geroepen. Vanaf 1 juli 2021 moet uw B.V. de belastingschuld gaan aflossen. Deze aflossing kunt u uitsmeren over een periode van maximaal 36 maanden. Hierover wordt u in het voorjaar van 2021 geïnformeerd door de belastingdienst. 

  1. Aanschaf auto privé of zakelijk

Bent u van plan om binnenkort een nieuwe auto aan te schaffen? Ga dan goed na of u de auto op de zaak of in privé gaat kopen. Houdt u de auto in privé, dan mag u voor de zakelijke kilometers (waaronder ook het woon-werkverkeer) € 0,19 per kilometer in aftrek op uw winst brengen. Zet u de auto op de zaak, dan zijn alle kosten die op de auto betrekking hebben aftrekbaar als bedrijfskosten. Voor het privégebruik van de auto moet u dan een onttrekking in aanmerking nemen. Rijdt u meer dan 500 kilometer privé, dan is de onttrekking voor privégebruik in beginsel 22% van de cataloguswaarde van uw auto. Dat kan bij zuinige, milieuvriendelijke auto’s lager zijn. Als u (met een sluitende rittenadministratie) kunt aantonen dat u jaarlijks niet meer dan 500 privékilometers heeft

gereden, dan hoeft u geen onttrekking in aanmerking te nemen. Zijn de totale kosten van uw auto van de zaak minder dan het bedrag van de bijtelling, dan blijft de bijtelling beperkt tot het bedrag van de autokosten dat als bedrijfskosten in aftrek is gebracht. Let op: op een eenmaal gemaakte keuze – de auto op de zaak of in privé – kunt u niet zonder meer terugkomen. Dat is slechts mogelijk als sprake is van een bijzondere omstandigheid, zoals een ingrijpende wijziging in het gebruik van de auto of een wetswijziging. Het is dus van belang om ten tijde van de aanschaf van de auto een weloverwogen keuze te maken. 

  1. Aanschafsubsidie voor schone bestelbus vanaf voorjaar 2021

Ondernemers kunnen vanaf het voorjaar 2021 tot € 5.000 subsidie aanvragen voor de aanschaf of lease van een uitstootvrije bestelbus.

Omdat de prijs van een bus afhangt van de omvang, is de subsidie 10 procent van de nieuwprijs, met een maximum van 5000 euro. In combinatie met deze steun kunnen ondernemers ook fiscale regelingen aanspreken die de aanschaf van een schone bus aantrekkelijk maken, zoals de milieu-investeringsaftrek.

  1. Privégebruik fiets (vanaf 2020)

Rijdt u privé met een fiets die tot uw ondernemingsvermogen behoort vanaf 2020? Dan moet u een bedrag bij de winst tellen voor het privégebruik. De bijtelling is 7% van de adviesprijs van de fiets. Kunt u de adviesprijs niet achterhalen? Neem dan de adviesprijs van een vergelijkbare fiets.

  1. Privégebruik andere vervoermiddelen

Heeft u een ander vervoermiddel dan een auto als bedrijfsmiddel op de balans van uw onderneming staan, zoals bijvoorbeeld een scooter of motor? De kosten van dit vervoermiddel zijn aftrekbaar. Als u ook privé rijdt, moet u een bedrag verrekenen voor de privéritten. Deze verrekening is het aantal privékilometers maal de werkelijke kilometerprijs. U hebt dus niet zoals bij de zakelijke auto te maken met een verrekening op basis van de catalogusprijs van het vervoermiddel. Een motor rijden op de zaak kan dus erg voordelig zijn!

  1. Investeringen

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een fiscale stimulans voor investerende ondernemers. De ondernemer die in een jaar voor meer dan € 2.400 in bedrijfsmiddelen investeert, krijgt een aftrek van 28% van het investeringsbedrag, tot een maximum van € 16.307. Bij investeringen boven de € 107.848 wordt de aftrek stapsgewijs minder en bij investeringen boven de € 323.544 wordt geen aftrek meer verleend.

Ondernemers die hun onderneming in de vorm van een firma of maatschap drijven, moeten zich realiseren dat voor de KIA de totale investering door de firma of maatschap in het jaar beslissend is, en niet de investering per vennoot. Voor die samentelling is niet vereist dat de firma of maatschap het gehele jaar door dezelfde vennoten heeft gehad. Als een firmant (mee)investeert in de firma én in datzelfde jaar investeert in bijvoorbeeld zijn buitenvennootschappelijk bedrijfspand, wordt de KIA bepaald door het totale investeringsbedrag. Dat leidt al snel tot een lagere KIA over het aandeel in de investeringen in de firma én over de investeringen in het buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen. U kunt een dergelijke samenloop van investeringen in de firma én in uw buitenvennootschappelijk bedrijfsvermogen in hetzelfde jaar dan ook beter vermijden. Het spreiden van die investeringen levert meer KIA op.

  1. Oninbare debiteuren

Als u als btw-ondernemer voor geleverde goederen of verrichte diensten een factuur stuurt aan uw klanten, moet u de btw over die omzet bij de Belastingdienst aangeven en betalen. Zoals bekend moeten de aangifte én betaling plaatsvinden binnen één maand na het eind van de maand of het kwartaal waarin de factuur wordt verstuurd. Als uw klant de factuur daarna niet of maar gedeeltelijk betaalt, dan is uw vordering op uw klant (gedeeltelijk) oninbaar. U heeft dan btw aan de Belastingdienst betaald die u niet heeft ontvangen. Deze btw kunt u dan terugvragen bij de Belastingdienst.

  1. Vergoeding internet zakelijk gebruik

Als u kunt aantonen dat u een aantal dagen per week thuis werkt en dus het internet zakelijk gebruikt, kunt u een gedeelte van de kosten opvoeren als zakelijke kosten. Als u bijvoorbeeld 4 dagen per week thuis werkt, gebruikt u dus meer dan de helft (55%) van het zakelijke internet voor zakelijke doeleinden. In dit geval kunt u 55% van de kosten voor internet in aftrek brengen.

  1. Meewerkende partner belonen

Als uw partner meewerkt in de zaak, is het reëel om daarvoor een adequate beloning toe te kennen. U heeft de keuze uit drie mogelijkheden (als u geen man/vrouwfirma bent aangegaan), te weten: u kunt een dienstbetrekking met uw partner aangaan, een reële arbeidsbeloning overeenkomen of kiezen voor de meewerkaftrek.

Voor een civielrechtelijke dienstbetrekking met uw partner is vereist dat er sprake is van een gezagsverhouding uit hoofde van de dienstbetrekking. Bij zo’n dienstbetrekking kunt u gebruikmaken van faciliteiten in de loonbelasting.

Als uw partner een reële arbeidsbeloning toekent, kunt u deze vergoeding als arbeidskosten ten laste van de winst brengen. Vereist is dan wel dat die vergoeding € 5.000 of meer bedraagt.

Let op: U moet de arbeidsbeloning periodiek aan uw partner betalen. Betaling dient plaats te vinden op een bank- of girorekening die op naam van de partner staat; desgewenst kunt u de vergoeding periodiek overmaken op de rekening van uw partner.

De meewerkaftrek is een faciliteit waarbij u een forfaitair vast te stellen percentage, oplopend van 1,25% tot maximaal 4%, ten laste van de winst kunt brengen als uw partner meewerkt in uw onderneming. Indien de meewerkaftrek wordt toegepast wordt uw meewerkende partner niet zelfstandig in de belastingheffing betrokken. U kunt de meewerkaftrek toepassen indien u als ondernemer winst geniet, aan het urencriterium voldoet en uw partner in het kalenderjaar gedurende ten minste 525 uren arbeid in uw onderneming verricht zonder daarvoor enige vergoeding te ontvangen die u ten laste van uw winst kunt brengen.

De keuze voor een dienstbetrekking, een reële arbeidsbeloning of de meewerkaftrek wordt bepaald door de feitelijke situatie. Van belang is onder meer in welke tariefschijf u en uw partner vallen, het aantal uren dat uw partner meewerkt in de onderneming, de hoogte van de genoten beloning enzovoort. Bij kleinere arbeidsbeloningen zal toepassing van de meewerkaftrek doorgaans voordeliger zijn.

  1. Ondernemersaftrek

Heeft u in 2020 weinig winst of zelfs verlies geleden? En kunt u daardoor de zelfstandigenaftrek (€ 7.030) niet volledig benutten? De zelfstandigenaftrek kan geen fiscaal verlies doen ontstaan: de aftrek stopt bij een winst uit onderneming van nihil. Het bedrag aan gemiste zelfstandigenaftrek kunt u verrekenen met uw winst uit onderneming in de komende negen jaren. Voorwaarde is dan wel dat in het jaar van verrekening ook weer wordt voldaan aan het urencriterium.

De zelfstandigenaftrek gaat de komende jaren drastisch omlaag. Vanaf 1 januari 2021 tot en met 2027 zal de zelfstandigenaftrek met € 360 per jaar worden verlaagd (in plaats van de oorspronkelijke € 250), in 2028 met € 390 en in de jaren hierna met € 110 totdat deze in 2036 nog € 3.240 bedraagt.

Daarnaast gaat er een beperking van de aftrek gelden. In 2020 is de zelfstandigenaftrek nog maar aftrekbaar tegen een maximumtarief van 46%. De komende jaren zal het tarief verder afbouwen met 3%-punt per jaar tot het tarief van de laagste schijf in box 1 van de inkomstenbelasting (in 2020 is dat 37,35% en 2021 37,10%).

  1. Overstap naar B.V.

Ondernemers met een eenmanszaak moeten zich eigenlijk elk jaar opnieuw afvragen of het voordelig is om hun onderneming om te zetten in een BV. Het verschil in belastingdruk tussen een B.V. en een eenmanszaak wordt namelijk steeds groter. De druk van de vennootschapsbelasting over de eerste € 200.000 winst in de B.V. komt in 2020  uit op 16,5% en in  2021 zal dit 15% over de eerste € 245.000 winst zijn. Bij een eenmanszaak die onder de heffing van inkomstenbelasting valt worden bij een soortgelijke winst alle belastingschrijven geraakt. Te beginnen met een heffing in de eerste schijf van 37,35% (37,10% in 2021) oplopend tot 49,5%. Dat verschil met de vennootschapsbelasting kan niet worden goedgemaakt met de fiscale faciliteiten zoals de MKB-winstvrijstelling en de zelfstandigenaftrek. Daarbij is het goed om te weten dat de zelfstandigen aftrek vanaf 2021 zal worden afgebouwd.

Ons advies is om eens te (laten) kijken wat fiscaal voordeliger is. Zeker als u in de komende jaren verwacht een mooie winst te behalen. Daarnaast biedt een B.V. meer fiscale flexibiliteit.

  1. Kleine ondernemersregeling (KOR)

Als ondernemer/natuurlijk persoon kunt u de kleineondernemersregeling (KOR) in de BTW toepassen. Per 1 januari 2021 is de opzet van de KOR ingrijpend gewijzigd: het is een omzetregeling. De nieuwe KOR is gerelateerd aan de omzet. Is de omzet minder dan € 20.000, dan kunt u de KOR gebruiken. Bovendien kunnen ook B.V.’s, stichtingen en verenigingen ook een beroep doen op de KOR!

Om gebruik te kunnen maken van de KOR moet u voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • U moet ondernemer voor de BTW zijn;
  • U moet als ondernemer in Nederland gevestigd zijn; en
  • Uw omzet is niet hoger dan € 20.000 per kalenderjaar.

Niet alle omzet telt echter mee bij het bepalen van deze grens (zie hiervoor het hulpmiddel op de website van de Belastingdienst).

  1. Giften

Als ondernemer kunt u een goed doel zakelijk of privé ondersteunen: u kunt een gift doen vanuit de zaak of vanuit privé. Het is verstandig om daarbij na te gaan of u uw zakelijke periodieke giften niet beter vanuit privé kunt gaan doen. Periodieke giften moesten tot 2014 bij notariële akte plaatsvinden en dat werkte kostenverhogend. Om het doen van kleinere periodieke giften te stimuleren heeft de wetgever die eis afgeschaft. Voor periodieke giften kan nu gebruik worden gemaakt van een onderhandse akte. Een model daarvoor staat op de website van de Belastingdienst.

Periodieke giften zijn volledig aftrekbaar, zonder enige drempel. Bij periodieke giften door een eenmanszaak moet u wel rekening houden met de fiscale gevolgen. Er geldt weliswaar geen drempel voor de aftrek, maar door de winstaftrek verspeelt u als ondernemer wel andere fiscale voordelen, zoals bijvoorbeeld de 14% MKB-winstvrijstelling. Bij een gift van € 1.000 levert dat effectief maar € 860 aan aftrek op. 

  1. Voorlopige aanslag

Eind vorig jaar heeft u waarschijnlijk een voorlopige aanslag ontvangen voor de inkomstenbelasting over het jaar 2020. De hoogte van die aanslag is gebaseerd op de aanslagen van voorgaande jaren en informatie die bij de Belastingdienst bekend is. Wijzigt uw situatie gedurende het jaar, dan is het verstandig om de voorlopige aanslag aan te passen. Dreigt u in 2020 een verlies te gaan lijden, dan kunt u het weglekken van liquiditeiten voorkomen door de voorlopige aanslag voor 2020 op nihil te stellen. Daarnaast kunt u op het moment van het indienen van de aangifte inkomstenbelasting 2020 een schriftelijk verzoek doen om voorlopige verliesverrekening. De Belastingdienst stelt dan een voorlopige verliesverrekening vast met een beschikking. U kunt dan maximaal 80% van het aangegeven verlies verrekenen. De volledige verrekening volgt bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting.

De kleine lettertjes: dit artikel is van algemene aard en is niet in alle gevallen bruikbaar of toepasbaar terwijl voor de uitvoering hiervan fiscaal advies nodig is. Hoewel bij de voorbereiding van dit artikel de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor enige schade welke zou kunnen voortvloeien uit handelen of nalaten naar aanleiding van dit document. Voor specifiek advies kunt u vrijblijvend contact opnemen met HBK t. +31 (0)71 542 27 20, e. info@hbk.nl

Hoofdkantoor

Hoofdstraat 2
2351 AJ Leiderdorp

bel ons

071-5422720