HBK Fiscaal Woordenboek
HBK Fiscaal Woordenboek
Wij hebben hieronder veelgebruikte (veelal fiscale) begrippen verzameld en overzichtelijk op een rij gezet: het HBK Fiscaal Woordenboek, ofwel het Saaiste Boekje van Nederland! Saai, maar wel handig!
De termen staan op alfabetische volgorde en bevatten een compacte uitleg. Let wel, dit is een dynamisch overzicht. Dat wil zeggen dat we de bundel met enige regelmaat updaten met nieuwe en/of ontbrekende begrippen. Ons doel is in ieder geval om de lijst zo compleet mogelijk te maken. Doe er uw voordeel mee.
A
-
Aandeelhoudersovereenkomst
Aandeelhoudersovereenkomst: Een overeenkomst tussen de aandeelhouders van een vennootschap. Deze overeenkomst wordt gebruikt om belangrijke zaken tussen de aandeelhouders onderling vast te leggen die niet zijn opgenomen in de statuten van de vennootschap. Wanneer de statuten niet worden nageleefd, is er sprake van nietigheid of vernietigbaar. Wanneer afspraken uit een aandeelhoudersovereenkomst niet worden nageleefd, is er sprake van een wanprestatie. Veelal is de aandeelhoudersovereenkomst het laatste redmiddel van minderheidsaandeelhouders, mits goed geformuleerd.
-
Aandelenfusie
Aandelenfusie: Bij een aandelenfusie worden aandelen overgedragen aan een andere vennootschap. In ruil daarvoor krijgt de overdragende aandeelhouder aandelen in de andere vennootschap, in plaats van bijvoorbeeld geld. Er is dus eigenlijk sprake van een aandelenruil. Over het vervreemdingsvoordeel wordt vennootschapsbelasting geheven, maar de heffing kan worden uitgesteld door een doorschuiffaciliteit.
-
Aangifte doen
Aangifte doen: Het indienen van gegevens die van belang kunnen zijn voor het bepalen van de hoogte van de belastingheffing. Aan de hand van deze gegevens stelt de belastingdienst vast hoeveel belasting dient te worden geheven. Aangifte wordt doorgaans gedaan via een papieren of digitaal aangifteformulier.
-
Aanmerkelijk belang
Aanmerkelijk belang: Een aandelenbelang van 5% of meer in aandelen verdeelde vennootschap (bijvoorbeeld een besloten vennootschap). Dit belang kan direct of indirect gehouden worden, al dan niet met een partner, ouder, broer of zus. Veelal is exact 5% aandelen houden fiscaal niet gunstig en kan beter gekozen worden voor 4,99% of circa 6,9%.
-
Aanslag
Aanslag: Het document waarop staat hoeveel belasting de belastingplichtige moet betalen, gebaseerd op de ingediende aangifte. De belastingdienst kan van de aangifte afwijken. De aanslag wordt de belastingplichtige toegestuurd per post of digitaal.
-
Accijns
Accijns: Een belasting die wordt geheven over bepaalde consumptiegoederen. Daarbij gaat het in Nederland om alcoholhoudende producten, tabaksproducten en brandstof.
-
Advance Pricing Agreement (APA)
Advance Pricing Agreement (APA): Een voorafgaande afspraak tussen Belastingdienst en de belastingplichtige (een internationaal handelende onderneming), over de vaststelling van zakelijke beloningen of een methode voor het vaststellen van zakelijke beloningen voor grensoverschrijdende transacties tussen gelieerde partijen.
-
Advance Tax Ruling (ATR)
Advance Tax Ruling (ATR): Een voorafgaande afspraak tussen Belastingdienst en de belastingplichtige over zekerheid van toepassing van fiscale regelgeving. Bedoelt om vooraf zekerheid te verkrijgen over fiscale gevolgen van transacties in internationale context. Het gaat om de toepassing van de Nederlandse belastingwetten in een specifieke situatie bij een specifiek bedrijf. De ruling is dus alleen van toepassing op dat specifieke bedrijf.
-
Afschrijven
Afschrijven is een administratieve term voor waardevermindering van bedrijfsmiddelen in een bepaalde periode. De afschrijving vormt een kostenpost en leidt tot een lager (belastbaar) resultaat.
Afschrijven gebeurt als volgt: (aanschafprijs – restwaarde) / levensduur van het bedrijfsmiddel in jaren.
Afschrijven moet vanaf een aanschafprijs van € 450.
Let op: afschrijven op goodwill mag voor maximaal 10% per jaar, afschrijven op overige bedrijfsmiddelen mag voor maximaal 20% per jaar. Het kan handig zijn hier bij de onderhandelingen van aan- en verkoop van een bedrijf rekening te houden. Denk bijvoorbeeld ook aan activa-passiva transacties.
-
Afsplitsing
Afsplitsing houdt in dat vermogensbestanddelen van een onderneming van een rechtspersoon geheel of gedeeltelijk overgaan naar een andere rechtspersoon. De splitsende rechtspersoon blijft in tegenstelling tot de zuivere splitsing, wel voortbestaan.
-
Aftrekpost
Zie ‘Belastingaftrek’.
-
Algemeen nut beogende instelling (ANBI)
Algemeen nut beogende instelling (ANBI): Een instelling die zich nagenoeg geheel inzet voor het algemeen belang. Hierbij valt te denken aan een goed doel, een culturele of een wetenschappelijke instelling. Een kerk kan ook een ANBI zijn. Een lijst van ANBI’s is te vinden op: belastingdienst.nl. voor ANBI’s gelden strikte formele voorwaarden qua bijvoorbeeld tijdige deponering en publicatie.
-
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: Beginselen die zijn ontstaan uit de jurisprudentie, die als doel hebben het gedrag van de overheid jegens de burger te regelen. Het bestuursorgaan dient zich te houden aan deze gedragsregels.
-
Algemene heffingskorting
Algemene heffingskorting: Een heffingskorting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Door deze korting hoef je minder inkomstenbelasting te betalen. In principe heeft iedereen recht op deze korting, maar dit is echter wel afhankelijk van je inkomen en je leeftijd. Hoe hoger het inkomen, hoe minder korting. Datzelfde geldt wanneer je de AOW-gerechtigde leeftijd hebt bereikt.
-
Algemene vergadering
Algemene vergadering: De algemene vergadering van aandeelhouders. Tijdens de vergadering komen de aandeelhouders van een vennootschap samen om hun goedkeuring te verlenen op bepaalde voorstellen en besluiten ten aanzien van de vennootschap.
-
Annuïtaire lening
Annuïtaire lening: Ook wel annuïteit. Dit houdt in dat een lening gedurende een bepaalde periode in gelijkblijvende termijnen wordt terugbetaald. Dit bedrag bestaat uit een deel rente en een deel aflossing.
-
Arbeidskorting
Arbeidskorting: Een heffingskorting die afhankelijk is van het arbeidsinkomen. Deze korting wordt door de Belastingdienst ingehouden op inkomstenbelasting die je moet betalen. Iedereen krijgt deze korting, maar hoeveel arbeidskorting je krijgt, is afhankelijk van de hoogte van het arbeidsinkomen. Arbeidskorting hoeft niet te worden aangevraagd.
-
Assurantiebelasting
Assurantiebelasting: Een belasting die over verzekeringen wordt betaald. Deze belasting betaal je bij het afsluiten van een verzekering, over de verzekeringspremie. De belasting wordt betaald aan de verzekeringsmaatschappij, die de belasting vervolgens afdraagt aan de Belastingdienst. Deze belasting is niet aftrekbaar. Enkele verzekeringen zijn vrijgesteld van assurantiebelasting, zoals levensverzekeringen en werkloosheidsverzekering.
-
At arm’s length principle
At arm’s length principle: Ondernemingen die met elkaar gelieerd zijn moeten met elkaar zakelijke voorwaarden overeenkomen. Dat houdt in dat onafhankelijke derde partijen ook tot dezelfde voorwaarden waren gekomen.
B
-
Bad leaver
Bad leaver: Betreft een regeling dat een aandeelhouder door het vroegtijdig of verwijtbaar eindigen van zijn/haar arbeidsovereenkomst of managementovereenkomst verplicht is zijn/haar aandelen aan te bieden aan zijn/haar medeaandeelhouders tegen een vooraf bepaalde prijs.
-
Bedrijfsfusie
Bedrijfsfusie: Bij een bedrijfsfusie worden de bezittingen en schulden van de onderneming van een rechtspersoon overgedragen aan een andere rechtspersoon. In tegenstelling tot de aandelenfusie worden er geen aandelen, maar (een deel van) de onderneming in de vorm van bezittingen en schulden overgedragen. Over de gemaakte winst moet vennootschapsbelasting worden betaald, maar er bestaat een doorschuiffaciliteit op grond waarvan de belastingclaim kan worden uitgesteld.
-
Bedrijfsmiddel
Bedrijfsmiddelen zijn middelen die gebruikt worden als investering in het bedrijf. Deze zijn niet bestemd voor de verkoop, maar worden voor meerdere jaren gebruikt in de onderneming. Hierbij valt te denken aan machines en inventaris, maar ook vergunningen en goodwill.
-
Belastbaar inkomen
Belastbaar inkomen: Het bruto inkomen minus eventuele aftrekposten en plus eventuele bijtelling waarover belasting wordt geheven.
-
Belastingaftrek
Belastingaftrek: Ook wel aftrekpost genoemd. Dit is een uitgave die in aftrek van de belastbare winst of inkomsten mag worden gebracht, zodat er minder belasting verschuldigd is.
-
Belastingjaar
Belastingjaar: Het jaar waarover belasting berekend wordt. Dit is in de meeste gevallen een kalenderjaar. Zie ook ‘Gebroken boekjaar’.
-
Belastingontduiking
Belastingontduiking: Het minder of niet betalen van belasting door middel van fraude of andere strafbare handelingen. Dit is strafbaar.
-
Belastingontwijking
Belastingontwijking: Het minder betalen van belasting via legale methodes. Bijvoorbeeld met speciale, omzichtige constructies. Hiermee wordt de wet niet overtreden, maar dat wil niet zeggen dat het in alle gevallen ethisch verantwoord is.
-
Belastingplichtige
Belastingplichtige: Een persoon, zowel een natuurlijk persoon als een lichaam, die belasting verschuldigd is. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in binnenlands belastingplichtigen (mensen die wonen in Nederland en voor al hun inkomen en vermogen in Nederland belast zijn) en buitenlands belastingplichtigen (mensen die in het buitenland wonen en alleen in Nederland belast zijn voor zover het inkomen of het vermogen een band heeft met Nederland).
-
Belastingvrije som
Belastingvrije som: Het gedeelte van het inkomen waarover geen belasting verschuldigd is.
-
Belastingvrijstelling
Belastingvrijstelling: Inkomsten waarover geen belasting behoeft te worden betaald. Zoals bijvoorbeeld het heffingsvrij vermogen in Box 3.
-
Berekeningsgrondslag
Berekeningsgrondslag: Het bedrag op basis waarvan een belastingberekening plaatsvindt. Denk hierbij aan een belasting of een pensioen.
-
Beroep
Beroep: Je kunt in beroep gaan als je het niet eens bent met de beslissing die een overheidsorgaan op je bezwaarschrift heeft genomen. In de meeste gevallen ga je in beroep bij de rechtbank. Het beroepschrift moet binnen 6 weken na de dag van verzending van de beslissing van het overheidsorgaan verstuurd worden. In de beroepsprocedure ben je niet verplicht om een advocaat in te schakelen. Zie hierna: hoger beroep.
-
Besloten vennootschap (B.V.)
Besloten vennootschap (B.V.): Een onderneming die rechtspersoonlijkheid bezit en dus zelfstandig kan functioneren en aansprakelijk kan worden gesteld. De bestuurder van de B.V. is daardoor, in beginsel, niet snel meer zelf aansprakelijk. Het kapitaal van de B.V. is verdeeld in aandelen die in bezit zijn van de aandeelhouders.
-
Bewaarplicht
Bewaarplicht: Als ondernemer ben je verplicht om de administratie van de onderneming voor tenminste 7 jaar te bewaren. Het gaat met name om de basisgegevens. Hierbij valt te denken aan:
- Het grootboek;
- De debiteuren- en crediteurenadministratie;
- De voorraadadministratie;
- De in- en verkoopadministratie;
- De loon administratie.
In sommige gevallen duurt de bewaarplicht 10 jaar, namelijk bij gegevens over onroerende zaken. Dit geldt ook wanneer je elektronische diensten, radio- en televisieomroepdiensten en telecommunicatiediensten aanbiedt.
In sommige gevallen is de bewaarplicht voor altijd. Dit is van toepassing op zeer belangrijke stukken, zoals een oprichtingsakte, testamenten, statuten en vaststellingsovereenkomsten met de Belastingdienst.
De bewaarplicht geldt ook voor elektronische bestanden.
-
Bezwaar
Bezwaar: Wanneer je het oneens bent met de beslissing van een overheidsorgaan, dan kun je in bezwaar gaan. Dit moet binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing bij het overheidsorgaan dat de beslissing heeft genomen. Je kunt bijvoorbeeld in bezwaar gaan tegen de Belastingdienst, omdat je het oneens bent met de aanslag Inkomstenbelasting. In de bezwaarprocedure ben je niet verplicht een advocaat in te schakelen. Zie ook: Beroep.
-
Bijdrage Zorgverzekeringswet
Bijdrage Zorgverzekeringswet: De bijdrage die jij, je werkgever of uitkeringsinstantie betaalt voor de zorgverzekering. Deze bijdrage is inkomensafhankelijk: hoe meer je verdient, hoe hoger je bijdrage. Deze bijdrage wordt meestal betaald via het loon en wordt dan ingehouden door de werkgever, maar de bijdrage Zorgverzekeringswet kan ook via een aanslag, als je bijvoorbeeld winst uit onderneming geniet. De bijdrage Zorgverzekeringswet komt boven op de premie die je betaalt aan je zorgverzekeraar. Iedereen draagt een vastgesteld percentage van zijn inkomen voor de zorgverzekering af aan de overheid, met een maximumbijdrage-inkomen van € 58.311 (2021).
-
Bijtelling
Bijtelling: De verhoging van het belastbare inkomen van zakelijke rijders. Als je een auto van jouw werkgever ter beschikking krijgt en per kalenderjaar meer dan 500 kilometer voor privégebruik rijdt, dan ziet de Belastingdienst dit als extra inkomen. Dit wordt aan het belastbare inkomen toegevoegd door een percentage van de cataloguswaarde van de auto toe te voegen. Voor sommige auto’s geldt een afwijkende berekeningsmethodiek, bijvoorbeeld bij oldtimers.
-
Boekjaar
Boekjaar: Een vaste periode van (meestal 12 maanden maar het kan ook korter of langer zijn) waarop de resultatenrekening betrekking heeft. Aan het eind van dit boekjaar worden de balans en de jaarrekening opgemaakt, waarop de aangifte gebaseerd zal worden. Het boekjaar zal meestal een kalenderjaar zijn.
-
Box 1, 2 en 3
Box 1, 2 en 3: Dit zijn de verschillende categorieën inkomsten binnen de inkomstenbelasting.
- Box 1: Inkomen uit werk en woning.
- Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang.
- Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen.
Deze boxen kennen alle drie andere tarieven.
-
Bronbelasting
Belasting die wordt ingehouden ‘aan de bron’. Denk hierbij aan dividendbelasting die wordt ingehouden door degene die het dividend verstrekt, maar ook aan btw, loonbelasting, accijns, royalty’s, etc.
-
Brutoloon
Brutoloon: Het loon dat de werknemer verdient bij zijn/haar werkgever. Het is het loon vóórdat alle belastingen en sociale premies zijn ingehouden. Dit resulteert in het nettoloon.
-
BTW
BTW: Dit is de belasting toegevoegde waarde, ofwel omzetbelasting. Deze belasting wordt geheven over de verkoop van producten of diensten. Deze belasting is in veel gevallen aftrekbaar voor de ondernemer. De btw-aangifte wordt per tijdvak gedaan, maandelijks of per kwartaal. Deze aangifte vindt digitaal plaats. Het btw-tarief kan zijn 21 %, 9 % of 0%, of vrijgesteld.
C
-
Carry back
Carry back: Een vorm van verliesverrekening waarbij verlies wordt verrekend met de winst van een eerder jaar. Voor de vennootschapsbelasting kun je de verliezen verrekenen met de winsten van 1 jaar terug (vanaf 2020). Voor de inkomstenbelasting kun je de verliezen verrekenen met de winsten van 3 jaar terug.
-
Carry forward
Carry forward: Een vorm van verliesverrekening, waarbij verlies wordt verrekend met winst van een volgend jaar. Voor de vennootschapsbelasting kun je de verliezen gedurende 6 jaar verrekenen met toekomstige winsten. Dit is beperkt tot 6 jaar (vanaf 2020). Voor de inkomstenbelasting geldt een termijn van 9 jaar.
-
Cashflow
Cashflow is het verschil in geld dat u ontvangt en uitgeeft in een bepaalde periode. Dit wordt ook wel kasstroom genoemd. De kasstroom staat los van de winst en het verlies. U berekent dit door de inkomende en uitkomende geldstromen van elkaar af te trekken. Een positieve cashflow is vaak een goed teken, maar het betekent niet dat er geen verlies bestaat als deze positief is.
-
Cassatie
In cassatie gaan is beroep aantekenen bij het hoogste rechtsprekend orgaan tegen een uitspraak van een lagere rechter. Voor belastingzaken ga je in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad beslist niet over de inhoud van de zaak, maar alleen over de wijze waarop de lagere rechter de wet heeft toegepast. De Hoge Raad is gevestigd in Den Haag. Wanneer je in cassatie gaat, ben je verplicht een advocaat in de arm te nemen.
-
Combinatiekorting
Combinatiekorting: Een heffingskorting in de inkomstenbelasting voor belastingplichtigen die kinderen onder de 12 jaar onderhouden. Voor een minder verdienende partner en alleenstaanden geldt dat zij een hogere combinatiekorting krijgen. Om recht te hebben op een combinatiekorting, gelden de volgende voorwaarden:
- Je kind is op 1 januari jonger dan 12 jaar;
- Je kind staat tenminste 6 maanden in 1 kalenderjaar bij de gemeente ingeschreven op jouw woonadres;
- Je arbeidsinkomen is hoger dan € 5.153 (2021);
- Je hebt geen of minder dan 6 maanden een fiscale partner. Of je hebt wel langer dan 6 maanden een fiscale partner én jouw arbeidsinkomen is lager dan dat van je fiscale partner.
-
Commanditaire vennootschap (cv)
Commanditaire vennootschap (cv): De cv is een bijzonder vorm van een vof. In deze vennootschap zitten zowel beherende, als stille vennoten. De beherende vennoot is bevoegd om te handelen namens de vennootschap en voert de leiding, de stille vennoot fungeert als geldschieter. De cv moet ingeschreven worden bij de Kamer van Koophandel.
-
Concern
Concern: Een groep van ondernemingen die samen een economische eenheid vormen en onder een gezamenlijke leiding opereren. Denk hier bijvoorbeeld aan een moeder- en dochtermaatschappij samen.
-
Conserverende aanslag
Conserverende aanslag: Een aanslag inkomstenbelasting die door de Belastingdienst wordt opgelegd aan personen die emigreren. Dit om bepaalde inkomstenbestanddelen veilig te stellen, zodat nog steeds een belasting vanuit Nederland kan worden opgelegd. Het is in sommige gevallen raadzaam om een fiscalist te raadplegen om te voorkomen dat de conserverende aanslag daadwerkelijk wordt geïnd.
-
Consolidatie
Consolidatie: Het samenvoegen van financiële resultaten van bedrijven die bij elkaar horen. Dit maakt het inzichtelijk hoe het geheel van bedrijven ervoor staat en hoe het vermogen ervoor staat. Dit is alleen mogelijk als bedrijven samen onderdeel van dezelfde groep zijn en organisatorisch met elkaar verbonden zijn. Met andere woorden: het moet gaan om een groepsmaatschappij.
-
Controleplicht
Controleplicht: Bij middelgrote en grote ondernemingen bestaat een wettelijke controleplicht. Dat houdt in dat de opgestelde jaarrekening moet worden gecontroleerd door gecertificeerde accountants. Dat moet er voor zorgen dat belanghebbenden meer zekerheid krijgen dat de jaarrekeningen juist zijn opgesteld. Een onderneming is controleplichtig als er twee achtereenvolgende boekjaren aan twee van de drie onderstaande criteria wordt voldaan:
- De balanstotaal heeft een waarde van minimaal € 6.000.000;
- De omzet over het boekjaar bedraagt minimaal € 12.000.000;
- De onderneming heeft minimaal 50 werknemers in dienst.
Mocht een onderneming niet controleplichtig zijn, dan kan het alsnog te overwegen zijn om de jaarrekening te laten controleren door een gecertificeerde accountant. Zo wordt het bijvoorbeeld eenvoudiger om een lening aan te vragen.
-
Cost Plus methode
Cost Plus methode: Een methode voor het bepalen van een verkoopprijs, waarbij op de (integrale) kostprijs een marge wordt gelegd om zo de verkoopprijs te bepalen.
D
-
Deelneming
Deelneming: Een belang van 5% of meer van een aandeelhouder in een ander lichaam. De aandeelhouder moet een lichaam zijn en geen natuurlijk persoon.
-
Deelnemingsvrijstelling
Deelnemingsvrijstelling: Deze vrijstelling heeft als gevolg dat ontvangen dividend of ander soort winst uit een deelneming niet belast wordt bij de aandeelhouder die 5% of meer van de aandelen houdt van die deelneming.
-
Directeur-grootaandeelhouder (DGA)
Directeur-grootaandeelhouder (DGA): Een aandeelhouder die ten minste 5% van de aandelen in een B.V. bezit waar hij/zij ook werkzaam is. In de praktijk is de DGA vaak (maar niet altijd) de enige aandeelhouder en bestuurder van zijn/haar B.V.
-
Dividend
Dividend: Een winstuitkering van een onderneming aan haar aandeelhouders. Deze wordt meestal betaald vanuit de winst.
-
Dochtermaatschappij
Dochtermaatschappij: Een lichaam dat gedeeltelijk of geheel in handen is van een ander lichaam. Het andere lichaam is de moedermaatschappij.
-
Doorschuiffaciliteit
Doorschuiffaciliteit: Wanneer een deel van het vermogen van een rechtspersoon wordt overgedragen door splitsing of fusie en dit een voordeel oplevert, dan wordt dat voordeel belast met vennootschapsbelasting. Omdat dit soms onwenselijk is, kan de belastingclaim onder voorwaarden worden ‘doorgeschoven’ naar de rechtspersoon die het vermogen verkrijgt. Het heffen van de belasting wordt dan uitgesteld tot een later moment.
-
Drag along-bepaling
Drag along-bepaling: Aandeelhouders van een onderneming nemen vaak deze bepaling op in de aandeelhoudersovereenkomst. Deze regeling kan problemen voorkomen als een aandeelhouder zijn aandelen in de onderneming wil verkopen. De verkopende meerderheidsaandeelhouder kan dan een minderheidsaandeelhouder verplichten om zijn aandelen ook te verkopen. Zie ook: tag along-regeling.
-
Drempelinkomen
Drempelinkomen: Het totaal van de inkomsten in box 1, 2 en 3, verminderd met alle aftrekposten. Het drempelinkomen wordt gebruik voor de bepaling van onder andere de aftrek van giften, de berekening van toeslagen en de berekening van de persoonsgebonden aftrek.
-
Dubbele belastingheffing
Dubbele belastingheffing: Hiervan is sprake als meerdere landen over hetzelfde inkomensbestanddeel belasting heffen.
E
-
Earn-out regeling
Zie ‘Goodwill’.
-
EBITDA
Earnings before interest, taxes, depreciation and amortization. In het Nederlands vaak het ‘operationeel resultaat’ genoemd. Het gaat hier om de netto winst plus rente plus belastingen plus afschrijvingen plus afgeloste leningen. Dit resultaat is een maatstaf voor de winstgevendheid.
-
Eenmanszaak
De onderneming van een natuurlijk persoon. Deze persoon werkt voor eigen risico en rekening. Een eenmanszaak is geen rechtspersoon en de onderneming zelf wordt dus ook niet als zelfstandig gezien. NB: in de eenmanszaak is de ondernemer in privé aansprakelijk.
-
Eenvoudsbeginsel
Eén van de beginselen van goed koopmansgebruik. Het houdt in dat bedrijven een manier van boekhouding moeten toepassen die bij de bedrijfsvoering past. Zo mogen kleinere bedrijven een eenvoudiger boekhouding toepassen dan grotere bedrijven.
-
Egalisatiereserve
Je mag een egalisatiereserve vormen voor kosten en lasten van de bedrijfsuitoefening in een boekjaar, als deze kosten pas later in de toekomst tot hele hoge uitgaven gaan leiden. Denk aan onderhoudskosten van gebouwen of schepen: deze vinden maar eens in de zoveel tijd plaats, maar het is toch handig om hiervoor geld opzij te zetten.
Voor de egalisatiereserve gelden meerdere voorwaarden:
- De toekomstige uitgaven worden gedaan wegens kosten, en niet om een toekomstige aanschaf of verbetering van bedrijfsmiddelen.
- De kosten worden verdeeld in de toekomst uitgegeven.
- De kosten zijn noodzakelijk geworden door de ondernemingsuitoefening in een jaar.
- De kosten die in een bepaald jaar zijn opgekomen, leiden in de toekomst tot veel hogere uitgaven.
- Er is een redelijke mate van zekerheid dat deze uitgaven ook daadwerkelijk gedaan zullen worden.
Je moet wel een redelijke schatting maken, bijvoorbeeld aan de hand van offertes. Per bedrijfsmiddel mag je een aparte reserve vormen. In de balans moet dan de boekwaarde van het totaal aantal egalisatiereserves worden aangeven. In het jaar waarin de kosten dan daadwerkelijk worden gemaakt, moeten de kosten worden afgeboekt van de egalisatiereserve.
-
Eigen woning
De woning die je als hoofdverblijf gebruikt en waarvan je eigenaar bent. Een huurwoning kan fiscaal geen eigen woning zijn.
-
Eigenwoningforfait
Als eigenaar van een woning bouw je vermogen op. De Belastingdienst heft belasting over dit vermogen. Om tot deze belastingheffing te komen wordt de waarde van een pand ingeschat, waarna over die waarde een forfaitair voordeel wordt bepaald. Dit noemen we het eigenwoningforfait. De waard inschatting door de overheid wordt jaarlijks gedaan en vastgelegd in een beschikking met de WOZ-waarde.
-
Energie-investeringsaftrek (EIA)
Energie-investeringsaftrek (EIA): als een onderneming investeert in CO2-reductie, energiezuinige technieken en duurzame energie, dan komt zij mogelijk in aanmerking voor de Energie-investeringsaftrek. Voor de investering kan dan tot maximaal 45,5% (2022) van de investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst. Naast de EIA bestaat er ook nog recht op de gebruikelijke afschrijving voor de energie-investeringen en een lagere energierekening.
Vereist voor de EIA is dat de investering voldoet aan de omschrijving onder één van de codes die op de Energielijst staan. Deze Energielijst (2021) kun je vinden op: Milieu- en Energielijst 2021 | RVO.nl | Rijksdienst.
-
Erfbelasting
Erfbelasting: de belasting die je betaalt over het vermogen dat je erft.
-
Evenredigheidsbeginsel
Evenredigheidsbeginsel: één van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit beginsel schrijft voor dat de lasten die voortvloeien uit een besluit in verhouding staan met het belang dat het besluit dient. De verhouding tussen doel en middel moet in balans zijn.
F
-
Factuurstelsel
Het factuurstelsel houdt in dat de btw berekend wordt op basis van facturen die je verstuurt. Dit geldt voor zowel de te betalen btw als de te ontvangen btw. De datum van de factuur bepaalt in welk tijdvak je de btw aan moet geven.
-
Fiscaal loon
Het loon voordat belasting en de premie zorgverzekeringen zijn berekend. Dus de optelsom van het brutoloon en bijdrage Zorgverzekeringswet. Onderdeel daarvan is bijvoorbeeld ook de autobijtelling.
-
Fiscaal partner
Je bent fiscaal partner van elkaar in de volgende situaties:
- Wanneer je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap aan bent gegaan.
- Je staat op hetzelfde adres ingeschreven én je voldoet aan één van de volgende kenmerken:
- Je hebt een notarieel samenlevingscontract afgesloten.
- Je hebt een kind met je huisgenoot of het kind is door jou of je huisgenoot erkend.
- Je bent samen als pensioenpartners aangewezen.
- Je bezit het gemeenschappelijke eigendom over de woning.
- Je woont samen met je kind dat ouder is dan 27 jaar.
Het voordeel van fiscaal partnerschap is dat de heffingskortingen samen hoger zijn en aftrekposten naar eigen wens te verdelen zijn. Heeft je partner een hoger inkomen en heb jij een aftrekpost, dan kan deze ten laste van het inkomen van je partner worden gebracht. Ook een eventueel aanwezig box 3 vermogen kan optimaler verdeeld worden om te voorkomen dat er teveel box 3 belasting wordt geheven.
Het nadeel van fiscaal partnerschap is dat je mogelijk minder toeslagen ontvangt en sommige aftrekposten lager zullen zijn.
-
Fiscale eenheid
Wanneer meerdere lichamen (ondernemingen) tot dezelfde eigenaar behoren, kunnen zij samen worden gevoegd in één fiscale eenheid. Dat kan fiscaal voordelen opleveren. Deze ondernemingen zijn juridisch gezien nog steeds zelfstandig, maar fiscaal worden ze gezien als één belastingplichtige (VPB en/of BTW).
Aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:
- De moedermaatschappij moet minstens voor 95% juridisch en economisch eigenaar zijn van de aandelen in de dochtermaatschappij.
- De boekjaren moeten voor alle vennootschappen hetzelfde zijn.
- De winst moet bij alle vennootschappen op dezelfde wijze worden bepaald.
- Alle vennootschappen moeten in Nederland gevestigd zijn.
-
Fiscale reserves
Fiscale reserves kunnen onder voorwaarden worden gevormd en toevoegingen aan zo’n reserve mag je aftrekken van de fiscale winst. Uiteindelijk dienen deze reserves gebruikt te worden voor de doelen waarvoor ze gevormd zijn en vallen ze weer vrij. Hierdoor stel je belastingheffing uit. De drie belangrijkste reserves zijn:
- Herinvesteringsreserve
- Egalisatiereserve
- Oudedagsreserve
-
Forfait
Een vaste, vooraf bepaalde som of tarief die gebaseerd is op een bepaalde veronderstelling of aanname.
-
Forfaitair rendement
Ook wel fictief rendement genoemd. Dit is het wettelijk vastgestelde percentage van bijvoorbeeld je box 3-vermogen, waarvan de Belastingdienst vindt dat dat je rendement is. Dit forfaitair rendement wordt vervolgens belast met het tarief van Box 3. Het werkelijk behaalde rendement speelt hierbij dus geen enkele rol. Een forfait kan ook een rol spelen bij het bepalen van het voordeel van je eigen woning of de bijtelling van de auto die een werkgever je ter beschikking stelt.
-
Fusie
Wanneer twee bedrijven samengaan of een onderneming wordt overgenomen door een andere entiteit vindt er een fusie plaats. De wet kent een aantal varianten waarbij onder voorwaarden, op het moment van fusie, geen belastingheffing hoeft plaats te vinden. Fusies kunnen plaatsvinden op 3 verschillende manieren:
- Aandelenfusie
- Bedrijfsfusie
- Juridische fusie
G
-
Gebroken boekjaar
Een boekhoudkundig jaar dat niet gelijk loopt met het kalenderjaar. Het boekjaar loopt dan niet van 1 januari t/m 31 december, maar bijvoorbeeld van 1 juni t/m 31 mei. Dit kan handig zijn voor bedrijven die seizoensafhankelijk zijn, bijvoorbeeld in de tuinbouw.
-
Gebruikelijk loon
Dit is het loon dat de DGA zichzelf moet verstrekken voor zijn/haar werkzaamheden in zijn/haar eigen besloten vennootschap (B.V). De DGA is verplicht dit loon aan zichzelf uit te keren, om te voorkomen dat hij/zij de inkomstenbelasting kan ontwijken door zichzelf geen of weinig loon uit te keren. Voor een bepaling van de juiste én ideale hoogte is vaak een fiscalist nodig.
-
Gelieerde partijen
Ondernemingen die met elkaar verbonden zijn. Verbonden houdt hier in dat de onderneming direct of indirect in eigendom is van de andere onderneming. Bijvoorbeeld moeder- en dochtermaatschappijen, en eventueel nog zustermaatschappijen.
-
Gelijkheidsbeginsel
Eén van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit beginsel gaat uit van gelijke behandeling van gelijke gevallen. In de praktijk is het echter vaak lastig om hier een beroep op te doen, omdat gevallen bijna nooit helemaal gelijk zijn.
-
Geruisloze inbreng
Het omzetten van een eenmanszaak in een besloten vennootschap kan fiscaal aantrekkelijk zijn. Dit kan op twee manieren: ruisend en geruisloos. Geruisloze inbreng houdt in dat de volledige eenmanszaak met de bestaande boekwaarden wordt ingebracht in een B.V. Daarmee wordt een afrekening over stille reserves voorkomen. Zie ook: ruisende inbreng.
-
Giftenaftrek
Wanneer aan goede doelen gedoneerd wordt, dan zijn deze giften boven een bepaald bedrag aftrekbaar in de aangifte inkomstenbelasting. Er moet dan wel aan enkele voorwaarden zijn voldaan:
- De gift moet gedaan zijn aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (zie ook: ANBI).
- Voor een ANBI geldt dat de gift 1% van het drempelinkomen is, maar minimaal € 60. Je kunt tot een maximum van 10% van het drempelinkomen aftrekken.
- De gift wordt op vrijwillige basis gedaan.
- Er wordt geen tegenprestatie geleverd vanuit de organisatie die de gift ontvangt.
- Je kunt op papier aantonen dat je de gift hebt gedaan.
-
Goed koopmansgebruik
Dit is een term die gebruikt wordt om te beschrijven langs welke meetlat de belastbare winst van een onderneming wordt bepaald. Rekening dient te worden gehouden met het realisatiebeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel en het eenvoudsbeginsel.
-
Good leaver
Dit is een term die veelal voorkomt in aandeelhoudersovereenkomsten om een vertrekkend aandeelhouder te beschrijven die niets te verwijten valt. Een good leaver kun je in allerlei situaties zijn. Denk aan een aandeelhouder die overlijdt of arbeidsongeschikt wordt voor langer dan zes maanden, of een ontslag op andere dan bad leaver-gronden. In deze situaties geldt veelal een verplichting om de aandelen weer terug aan te bieden aan de vennootschap. Maar anders dan bij de bad leaver, kan dit meestal tegen de marktwaarde.
-
Goodwill
De (onzichtbare) meerwaarde van een bedrijf. Het gaat daarbij om zaken waarvan de waarde niet zo makkelijk te berekenen is; denk aan de naamsbekendheid van een bedrijf of de bekendheid van het logo. Deze meerwaarde zorgt voor extra winst.
Er zijn twee soorten goodwill:
- Ondernemingsgoodwill: goodwill die met de onderneming te maken heeft, bijvoorbeeld de klantenkring.
- Persoonlijke goodwill: goodwill die met de persoon te maken heeft, bijvoorbeeld commercieel talent of vakkennis. Deze goodwill is persoonsafhankelijk en is dus niet over te dragen.
Omdat alleen ondernemingsgoodwill, ook wel zakelijke goodwill, over te dragen is, speelt alleen deze goodwill een rol bij de overdracht van een bedrijf. Over de betaalde goodwill dient wel te worden afgerekend
-
Groepsmaatschappijen
Rechtspersonen en vennootschappen die met elkaar in een groep zijn verbonden. Er is sprake van een economische eenheid, want alle betrokken rechtspersonen en vennootschappen vallen onder dezelfde leiding van de moedermaatschappij.
-
Grondslaguitholling
Een internationaal begrip. Grondslaguitholling treedt op wanneer multinationale ondernemingen gebruik maken van verschillende belastingsystemen in verschillende landen, waarmee zij de belastinggrondslag kunnen verminderen en dus minder belasting hoeven te betalen. De multinationals ontwijken daardoor belastingheffing. Engels: base erosion.
-
Grote ondernemingen
Ondernemingen met activa ter waarde van minstens € 20 miljoen, een netto-omzet van minstens € 40 miljoen, en het aantal werknemers is meer dan 250 personen. Om als grote onderneming te kunnen kwalificeren, moet worden voldaan aan twee van deze drie kenmerken. Deze kwalificatie brengt veelal een verplichte jaarlijkse controle van de jaarrekening door een accountant met zich mee.
-
Grotendeels
Een fiscaal begrip dat betekent: groter dan of gelijk aan 50%.
H
-
Heffingsgrondslag
Ook wel belastinggrondslag. Het bedrag op basis waarvan de belasting wordt berekend en vervolgens geheven wordt. De af te dragen belasting wordt bepaald door het relevante belastingtarief te vermenigvuldigen met de heffingsgrondslag.
-
Heffingskorting
Korting op de verschuldigde inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De hoogte van de korting is afhankelijk van het inkomen. Heffingskortingen zijn: algemene heffingskorting, arbeidskorting en combinatiekorting. Het verschil met belastingaftrek is dat de heffingskorting een korting geeft op het te betalen bedrag en de belastingaftrek geeft een vermindering van het belastbaar inkomen of winst.
-
Heffingsvrij vermogen
Een vast deel van het box 3-vermogen is vrijgesteld van belasting. In 2020 bedroeg het heffingsvrij vermogen € 30.486, in 2021 bedraagt het heffingsvrij vermogen € 50.000. Als je het hele jaar een fiscaal partner hebt, wordt het heffingsvrij vermogen verdubbeld.
-
Herinvesteringsreserve
De boekwinst die wordt behaald op bedrijfsmiddelen mag onder voorwaarden worden opgenomen in een herinvesteringsreserve. Daarmee zorg je ervoor dat niet direct belasting wordt geheven over deze boekwinst. Om aanspraak te kunnen maken op deze reserve moet worden voldaan aan enkele voorwaarden:
- Op de balansdatum moet er het voornemen bestaan om te herinvesteren in een bedrijfsmiddel.
- Het moet gaan om bedrijfsmiddelen die zijn vervreemd: dat betekent dat je het bedrijfsmiddel hebt verkocht, bent verloren of als deze beschadigd is.
Wanneer je gaat herinvesteren, dan moet de gereserveerde boekwinst worden afgeboekt op de aanschafprijs van het aangeschafte bedrijfsmiddel. Wanneer je niet langer van plan bent om te herinvesteren, dan moet de herinvesteringswinst worden toegevoegd aan de winst. Ook als na 3 jaar nog geen herinvestering is gedaan, komt de herinvesteringsreserve te vervallen.
-
Hoger beroep
Als je het oneens bent met de uitspraak van de rechtbank, dan kun je in hoger beroep gaan. Je hebt 6 weken de tijd om in hoger beroep te gaan. De zaak wordt dan behandeld tijdens een openbare zitting. Een advocaat in de arm te nemen is soms verplicht, zie link. Voor belastingzaken kun je alleen terecht bij de Gerechtshoven in Amsterdam, Arnhem-Leeuwarden, Den Haag en ’s-Hertogenbosch. Zie hiervoor: cassatie.
-
Hoofdhuis
De plaats waar de leiding van een bedrijf gevestigd is. Dit begrip moet in samenhang worden gezien met de zogenoemde vaste inrichting. Het hoofdhuis en de vaste inrichting vormen samen één belastingplichtige.
-
Hoofdzakelijk
Een fiscaal begrip dat betekent: groter dan of gelijk aan 70%.
-
Huurtoeslag
De tegemoetkoming in de huur van een woning. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen en wordt maandelijks uitbetaald door de Belastingdienst. De hoogte van de toeslag wordt gebaseerd op een schatting van het inkomen in het desbetreffende jaar.
-
Hypotheekrente
De rentevergoeding die je verschuldigd bent voor het houden van een hypothecaire lening.
-
Hypotheekrenteaftrek
De mogelijkheid om de hypotheekrente van je belastbaar inkomen af te trekken. Daardoor hoeft minder box 1 belasting te worden betaald. Voor nieuwe hypothecaire financiering, aangegaan na 2013, geldt dat de betaalde rente alleen aftrekbaar is als het een lening betreft die gedurende die looptijd volledig en ten minste annuïtair wordt afgelost.
I
-
In belangrijke mate
Een fiscaal begrip dat betekent: groter dan of gelijk aan 30%.
-
Inkeerregeling
De regeling voor vrijwillige verbetering van een niet volledige of onjuiste belastingaangifte. Daarbij kan de belastingplichtige mogelijk een boete voorkomen of verminderen of voorkomen dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek instelt. Komt de belastingplichtige op tijd tot inkeer, dan is het voldoende voor de Belastingdienst om de verschuldigde belasting te heffen. De belastingplichtige moet tot inkeer komen voordat hij vermoedt dat de Belastingdienst op de hoogte is of zal zijn van het verzwegen vermogen.
-
Inkomstenbelasting
De belasting die de overheid heft over het inkomen van belastingplichtige burgers, dat wil zeggen natuurlijk personen. De Belastingdienst heft over het inkomen uit werk en woning, aanmerkelijk belang en sparen en beleggen (box 1, 2 en 3).
-
Innovatiebox
Korting op de vennootschapsbelasting op winsten die zijn behaald met innovatieve activiteiten . Voor de innovatiebox geldt dat een speciaal tarief van 9% (2021) wordt gehanteerd bij de innovatieve winsten. Hiervoor moet een onderneming wel aan enkele voorwaarden voldoen:
- Je komt in aanmerking voor de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO);
- En afhankelijk van je omzet:
- Verdien je in de afgelopen vijf jaar minder dan € 250 miljoen wereldwijd en bedragen de opbrengsten uit innovatie in de afgelopen vijf jaar minder dan € 37,5 miljoen, dan is het in aanmerking komen voor de WBSO voldoende (2017).
- Verdien je in de afgelopen vijf jaar meer dan € 250 miljoen wereldwijd óf bedragen de opbrengsten uit innovatie in de afgelopen vijf jaar meer dan € 37,5 miljoen, dan heb je nog een extra ‘toegangsbewijs’ nodig (2017). Voorbeeld van zo’n toegangsbewijs is een octrooi of een beschermingscertificaat van Octrooicentrum Nederland.
-
Intracommunautaire levering
Wanneer je als ondernemer exporteert vanuit Nederland naar een Europese Unie-land dan heet dit een intracommunautaire levering. Deze levering is met 0% btw belast. Voor de afnemer van de levering in het andere EU-land is dit een intracommunautaire verwerving. In dat land moet de afnemer de btw betalen.
Deze levering moet wel geregistreerd worden bij de Belastingdienst, door middel van een opgaaf intracommunautaire prestaties.
-
Invorderen
Het proces waarbij de Belastingdienst belastingschulden int.
-
Invorderingsrente
Wanneer een belastingaanslag niet op tijd wordt betaald moet de belastingplichtige hierover rente betalen. De invorderingsrente is geen boete.
J
-
Jaarrekening
Een jaarrekening is een overzicht aan het eind van een boekjaar. Het overzicht laat de financiële situatie van de onderneming zien. De jaarrekening moet bestaan uit een balans, een winst- en verliesverrekening en een toelichting hierop. Een jaarverslag kan hier ook bij horen. In het jaarverslag wordt de missie, de doelstelling en de visie uitgelegd. Zo hebben belanghebbenden inzicht in de stand van zaken van het bedrijf.
Er zijn twee verschillende soorten jaarrekeningen:
- Bedrijfseconomische jaarrekening: deze geeft een uitgebreid beeld van de situatie van een onderneming. Met fiscale normen wordt geen rekening gehouden.
- Fiscale jaarrekening: deze moet voldoen aan de normen van de belastingdienst. Hiermee kan de fiscale winst berekend worden, die als heffingsgrondslag wordt gebruikt voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
-
Juridische fusie
Bij een juridische fusie gaat het vermogen van de verdwijnende rechtspersoon over op de verkrijgende rechtspersoon. Daarbij treedt de verkrijgende rechtspersoon juridisch in de plaats van de verdwijnende rechtspersoon; die laatste houdt dus ook op te bestaan. Het voordeel van de juridische fusie is dat álles wat relevant is overgaat op de verkrijgende rechtspersoon, zonder dat hier steeds afzonderlijk een contract voor moet worden opgesteld. Huur- en arbeidscontracten bijvoorbeeld kunnen daardoor gemakkelijk overgaan zonder dat hiervoor toestemming moet worden gevraagd.
Over het voordeel dat de verkrijgende rechtspersoon mogelijk krijgt door de juridische fusie, moet zij belasting betalen. Deze heffing kan onder voorwaarden wel weer worden uitgesteld door gebruik te maken van de doorschuiffaciliteit.
-
Juridische splitsing
Bij een juridische splitsing gaat het vermogen van de splitsende rechtspersoon over op de verkrijgende rechtspersonen. Vereist voor de juridische splitsing is dat er meer dan één verkrijgende rechtspersoon is, een bestaande, dan wel nieuw op te richten. Net als bij de fusie gaan alle vermogensbestanddelen over onder algemene titel wat als gevolg heeft dat niet afzonderlijk een contract moet worden opgesteld voor ieder vermogensbestanddeel dat wordt overgedragen.
Over het voordeel dat de verkrijgende rechtspersoon behaalt door de juridische splitsing, moet zij wel vennootschapsbelasting betalen. De heffing kan onder voorwaarden worden uitgesteld door gebruik te maken van de doorschuiffaciliteit.
K
-
Kansspelbelasting
Belasting die wordt betaald over de behaalde winst bij kansspelen. In Nederland geldt dat voor prijzen die meer dan € 449 (2021) bedragen, kansspelbelasting moet worden betaald. Dit bedrag behelst niet alleen geldprijzen, maar alle zaken waaraan in het economisch verkeer waarde kan worden toegekend.
De organisator moet van te voren aangeven wie de belastingheffing voor zijn rekening neemt: de organisator of de winnaar.
-
Kinderbijslag
De bijdrage van de overheid die je per kind onder de 18 jaar per kwartaal krijgt. Dit is een bedrag waarmee je een deel van de kosten voor je kind kunt betalen. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de leeftijd van het kind.
-
Kleineondernemersregeling (KOR)
De kleineondernemersregeling is in het leven geroepen ter tegemoetkoming van kleine ondernemers die in beginsel btw-plichtig zijn. Voldoe je als ondernemer aan enkele voorwaarden, dan hoef je geen btw af te dragen, maar mag je ook geen btw aftrekken. Je moet onder andere aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Voor de btw moet je een ondernemer zijn. Voer je zelfstandig een beroep/bedrijf uit, dan ben je een ondernemer.
- Je bedrijf is gevestigd in Nederland.
- Per kalenderjaar heb je een maximale omzet van € 20.000 (2020).
-
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)
Wanneer je als ondernemer/bedrijf in een boekjaar hebt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen, dan kan je in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Dit is een aftrekpost op de winst. Om van deze aftrekpost gebruik te kunnen maken, moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De onderneming is gevestigd in Nederland en deze is bent belastingplichtig voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting.
- Er is een investering gedaan in bedrijfsmiddelen bestemd voor gebruik binnen de onderneming.
Er geldt een minimum investeringsbedrag: de bedrijfsmiddelen moeten minstens een waarde van € 450 hebben en er moet voor minstens € 2.401 in totaal geïnvesteerd zijn in het kalenderjaar.
Om in 2022 gebruik te kunnen maken van de KIA, moet je in ieder geval tussen de € 2.401 en € 332.994 geïnvesteerd hebben. De hoogte van de aftrek is afhankelijk van het bedrag van de investering(en). Let op, sommige investeringen zijn uitgesloten van de KIA.
L
-
Latente belasting
De belasting die de belastingplichtige in de toekomst aan de belastingdienst verschuldigd zal zijn. Een goede jaarrekening maakt deze heffing zichtbaar.
-
Latente belastingschuld
De belastingschuld die de belastingplichtige in de toekomst bij de belastingdienst zal hebben. Een goede jaarrekening maakt deze heffing zichtbaar.
-
Leaver-regeling
Dit begrip tref je vaak aan in aandeelhoudersovereenkomsten. De leaver-regeling bepaalt twee dingen:
- In welke omstandigheden de aandelen moeten worden aangeboden.
- Aan wie en voor welke prijs aanbieding moet plaatsvinden.
In de leaver-regeling wordt een onderscheid gemaakt tussen good leavers en bad leavers.
-
Lichaam
Fiscaal begrip voor rechtspersonen die onder de vennootschapsbelasting vallen en (in de meeste gevallen) belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting. Zie ook vennootschapsbelasting.
-
Liquiditeit
Een begrip waarmee je de financiële gezondheid van je bedrijf in kaart kunt brengen. De liquiditeit geeft aan in hoeverre een bedrijf op korte termijn aan toekomstige betalingsverplichtingen kan voldoen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Dynamische liquiditeit: Het berekenen van hoe de geldstroom zich in een bepaalde periode verhoudt tot de uitgaande geldstroom.
- Statische liquiditeit: Geeft aan of een bedrijf middels vlottende activa aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Denk hierbij aan voorraden, kasgelden en kortlopende vorderingen. Omdat vlottende activa niet altijd gelijk is aan hoeveel geld je bezit, kun je de liquiditeitsratio op verschillende manieren berekenen:
- Current ratio: totale vlottende activa / totaal van korte termijn schulden. De gewenste uitkomst ligt tussen de 1 en 2.
- Quick ratio: het niet meetellen van de voorraden in de berekening. De berekening is dan als volgt: (totale vlottende activa – voorraden) / totaal van korte termijn schulden. De gewenste uitkomst ligt tussen de 1 en 2.
- Netto werkkapitaal: de uitkomt is geen verhouding maar een bedrag. De berekening is als volgt: totaal van vlottende activa – totaal korte termijn schulden.
Voor een gedegen inzicht in de financiële gezondheid van je bedrijf moet je echter niet alleen naar de liquiditeit kijken, maar ook naar de solvabiliteit en de rentabiliteit.
-
Loon
Alles wat een werknemer van de werkgever krijgt op grond van zijn dienstbetrekking. Dit is niet alleen geld, maar ook loon in natura (zoals een ter beschikking gestelde auto) of een kostenvergoeding.
-
Loonbelasting / Loonheffing
Belasting die door de werkgever op het loon van de werknemer wordt ingehouden. Dit is een voorheffing die later met de inkomstenbelasting verrekend kan worden.
De loonheffing bestaat uit de volgende vier onderdelen:
- Loonbelasting;
- Premie volksverzekeringen;
- Premie werknemersverzekeringen;
- Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
De loonheffing wordt ingehouden op het bruto salaris, vakantiegeld, overuren, een dertiende maand en een auto van de zaak en overige beloningen.
De algemene heffingskorting en arbeidskorting kunnen een korting geven op de loonheffing.
M
-
Mandatory Disclosure richtlijn (DAC6)
Deze richtlijn geeft regelgeving vanuit de Europese Unie. De richtlijn voorziet een meldplicht voor bepaalde (fiscale) grensoverschrijdende constructies en de geautomatiseerde uitwisseling van de aangeleverde informatie. Potentieel agressieve grensoverschrijdende fiscale constructies moeten door deze richtlijn bij de Belastingdienst worden gemeld. Dit zijn fiscale constructies waarbij inwoners van verschillende landen betrokken zijn, en die mogelijk als doel hebben om belasting te ontwijken.
-
Meerderheidsaandeelhouder
Aandeelhouder die de meerderheid van de aandelen bezit in een vennootschap.
-
Meesleepregeling
Als je een aandelenbelang van 5% in een vennootschap bezit, dan is je zogenoemde aanmerkelijk belang ook van toepassing op de overige aandelen en winstbewijzen in diezelfde vennootschap.
-
Meetrekregeling
Als je een aandelenbelang van minder dan 5% in een vennootschap bezit, maar een verbonden persoon (ofwel een natuurlijk persoon zoals je ouder, ofwel een verbonden lichaam) bezit wél een aandelenbelang van meer dan 5% in diezelfde vennootschap, dan word je toch ‘meegetrokken’ en heb je alsnog een aanmerkelijk belang.
-
Middelgrote ondernemingen
Een onderneming met activa ter waarde van € 6 – € 20 miljoen, een netto-omzet tussen € 12 – 40 miljoen en het aantal werknemers is minimaal 50 en maximaal 250 personen. Om als middelgrote onderneming te kwalificeren, moet aan minstens twee van deze drie kenmerken worden voldaan.
-
Middelingsregeling
Wanneer je te maken hebt met een sterk wisselend inkomen uit werk en woning, kan het zijn dat je door de jaren heen meer belasting hebt betaald dan eigenlijk nodig was wanneer het inkomen gelijkmatig verdeeld zou zijn. Via de middelingsregeling kun je dit geld (grotendeels) terugkrijgen.
De middelingsregeling houdt in dat je je gemiddelde inkomen over drie aaneengesloten kalenderjaren berekent. Daarna bereken je hoeveel belasting je per jaar had moeten afdragen. Mocht dit bedrag lager uitvallen dan de aanslagen die je daadwerkelijk hebt ontvangen en betaald, dan kom je in aanmerking voor een verzoek tot middeling.
Voor deze regeling zul je aan de volgende voorwaarden moeten voldoen:
- Er mag alleen naar het box 1-inkomen gekeken worden.
- De 3 jaren moeten aaneengesloten zijn (het middelingstijdvak) en er mag geen overlap zijn met een ander middelingstijdvak.
- Het verzoek voor middeling moet binnen 36 maanden gedaan worden, nadat alle aanslagen van het middelingstijdvak definitief geworden zijn.
De middelingsregeling kan voor jou van toepassing zijn als je bijvoorbeeld minder bent gaan werken, na je afstuderen een vaste baan gekregen hebt of als ondernemer werkzaam bent.
-
Milieu-investeringsaftrek (MIA)
Als je als ondernemer investeert in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, dan zijn daar speciale subsidies voor. Eén daarvan is de milieu-investeringsaftrek. De MIA komt bovenop de normale investeringsaftrek. Met de MIA kun je de fiscale winst verlagen tot 36% (2019) van geïnvesteerde bedrag.
Je kunt de MIA combineren met de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL).
Er gelden wel voorwaarden voor een onderneming om gebruik te kunnen maken van de MIA:
- Het bedrijfsmiddel dient op de Milieulijst te staan.
- Er is nog niet eerder gebruik gemaakt van het bedrijfsmiddel.
- De hoogte van het geïnvesteerde bedrag moet minimaal € 2.500 bedragen.
-
Minderheidsaandeelhouder
Aandeelhouder die een minderheid (<50%) van de aandelen bezit in een vennootschap.
-
MKB-winstvrijstelling
Een aftrekpost voor ondernemers. De vrijstelling bedraagt 14% (2021). De MKB-winstvrijstelling is een aanvulling op de ondernemersaftrek. NB: je komt hier sneller voor in aanmerking, aangezien het urencriterium (zie onder) hiervoor niet relevant is.
Eerst moet je de ondernemersaftrek toepassen op de winst. De winst die overblijft, kun je gebruiken voor de MKB-winstvrijstelling. Je mag dan 14% van je winst aftrekken. Deze vrijstelling hoeft niet te worden aangevraagd, want de Belastingdienst past deze zelf al toe.
-
Moedervennootschap
Een onderneming of bedrijf dat eigenaar is van een of meer andere vennootschappen. De moeder heeft een voldoende aandelenbelang in de dochtervennootschap om te kunnen spreken van zeggenschap. De moedervennootschap heeft meestal als taak het houden van aandelen in andere vennootschappen, houdt toezicht en voert het bestuur.
-
Motiveringsbeginsel
Eén van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit beginsel houdt in dat besluiten moeten rusten op een draagkrachtige motivering. De motivering moet het besluit kunnen verklaren. De feiten moeten kloppen en de motivering moet logisch en begrijpelijk zijn. Dat zijn wettelijke voorschriften of beleidsregels.
N
-
Naamloze vennootschap (NV)
Een rechtspersoon en net als bij een besloten vennootschap is het kapitaal van de onderneming verdeeld in aandelen. Deze aandelen zijn in handen van de aandeelhouders. In tegenstelling tot de BV, zijn de aandelen niet op naam ingeschreven. De aandelen zijn daardoor gemakkelijker te verhandelen.
De winst wordt, net als bij de BV, uitgekeerd door middel van dividend. De NV moet over haar winst vennootschapsbelasting betalen.
-
Nagenoeg uitsluitend
Een fiscaal begrip dat groter dan of gelijk aan 90% betekent. Ook wel: nagenoeg geheel.
-
Naheffing
Een heffing die achteraf opgelegd wordt, omdat een te laag bedrag aan belasting, premies of andere heffingen is ingehouden. Een naheffing ziet op aangiftebelastingen, dat zijn de btw en de loonbelasting.
-
Netto
Het bedrag dat overblijft na heffingen.
-
NOW-regeling
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid. Regeling in het leven geroepen voor ondernemers die te maken hebben met omzetverlies als gevolg van de Coronacrisis. De NOW-subsidie is bedoeld om de loonkosten van personeel door te kunnen blijven betalen.
Voor verdere toepassing van de NOW is veelal een accountsant of fiscalist onontbeerlijk.
Een aanvraag voor de NOW-subsidie moet ingediend worden bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Wanneer deze is aangevraagd krijg je eerst een voorschot.
Als je wil inschatten hoe hoog de definitieve tegemoetkoming wordt, dan kun je de rekenhulp Simulatie NOW gebruiken.
O
-
Omzetbelasting
Ook wel btw (belasting toegevoegde waarde). De omzetbelasting is de belasting die de overheid heft op de levering van goederen of diensten. Ondernemers berekenen btw aan hun klanten en dragen deze af aan de overheid, maar mogen de aan hen in rekening gebrachtte btw meestal aftrekken. Hiervoor moeten zij (meestal) ieder kwartaal aangifte doen. NB: er moet wel sprake zijn van een ondernemer voor btw-doeleinden.
In Nederland geldt op de meeste activiteiten een tarief van 21%, maar voor sommige activiteiten geldt een tarief van 9%, 0% of zelfs een vrijstelling.
-
Onbehoorlijk bestuur
In principe kan het bestuur van een BV of NV niet persoonlijk aangesproken worden voor schulden van die ondernemingen. Mocht er echter onbehoorlijk bestuur hebben plaatsgevonden, dan kan het bestuur toch aansprakelijk worden gesteld. Voldoet het bestuur niet aan de boekhoudplicht en de publicatieplicht en is de onderneming failliet gegaan, dan lijkt kennelijk onbehoorlijk bestuur te hebben plaatsgevonden.
Wel moet eerst nog het verband tussen het onbehoorlijk bestuur en faillissement vastgesteld worden, voor dat het bestuur daadwerkelijk aansprakelijk kan worden gesteld.
-
Ondernemingsvormen
Wanneer je een onderneming wil starten, moet je een ondernemingsvorm kiezen. Er zijn meerdere vormen en allemaal hebben ze eigen verschillende voor- en nadelen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen uit de volgende ondernemingen:
- Eenmanszaak
- Vennootschap onder Firma (VOF)
- Besloten vennootschap (BV)
- Naamloze vennootschap (NV)
- Commanditaire vennootschap (CV)
- Stichting
- Vereniging
-
Onkostenvergoeding
Een vergoeding die de werkgever betaalt aan werknemers voor uitgaven die zij hebben gedaan in het kader van hun werk.
Dit kan op basis van de werkelijke kosten worden gedaan. De werknemer zal zijn of haar uitgaven moeten onderbouwen met bonnetjes en dergelijke. Het is ook mogelijk dat een vaste vergoeding wordt uitbetaald, mits de omvang hiervan van tevoren is bepaald op basis van 3-maands onderzoek bij een relevante groep werknemers.
-
Onroerende zaakbelasting (OZB)
Belasting over de waarde van een onroerend goed, die wordt opgelegd door de gemeente. De OZB wordt bepaald aan de hand van de WOZ-waarde (zie hierboven bij forfait). Deze belasting wordt jaarlijks opgelegd.
-
Oudedagsreserve
Deel van de winst dat je als ondernemer kun reserveren voor de oudedagsvoorziening. Door deze reservering betaal je in het belastingjaar minder inkomstenbelasting, maar deze ben je alsnog verschuldigd, zodra je onderneming gestaakt wordt, of te weinig eigen vermogen heeft. NB: op dat moment is een overleg met de fiscalist van harte aan te raden om de inkomstenbelasting op dat moment mogelijk te beperken.
Om de oudedagsreserve te kunnen vormen, moet je aan enkele voorwaarden voldoen:
- Je moet een ondernemer zijn.
- Je moet voldoen aan het urencriterium.
- Je mag aan het begin van het kalenderjaar nog niet de AOW-leeftijd hebben bereikt.
De toevoeging aan de reserve is een percentage van de winst die je als ondernemer in Nederland hebt behaald.
Let op: in tegenstelling tot de herinvesteringsreserve en egalisatiereserve, geldt de oudedagsreserve enkel voor de ondernemer voor de inkomstenbelasting en dus niet voor de vennootschapsbelasting.
-
Overdrachtsbelasting
De belasting die wordt geheven als je een pand, een stuk grond, rechten op onroerend goed of aandelen die je koopt of krijgt van een BV of NV, waarvan de bezittingen voor het grootste deel uit onroerende zaken bestaan.
Vanaf 1 januari 2021 gelden er drie tarieven voor de overdrachtsbelasting:
- 0% in sommige gevallen voor kopers tussen de 18 en 35 jaar die zelf in het huis gaan wonen (de startersvrijstelling);
- 2% voor kopers boven de 35 jaar die zelf in het huis gaan wonen;
- 8% voor kopers die niet zelf in het huis gaan wonen. Denk daarbij aan een vakantiehuis, beleggingspand of een bedrijfspand.
Naast de startersvrijstelling gelden er nog andere vrijstellingen, bijvoorbeeld als je ook omzetbelasting betaalt of een landgoed koopt.
P
-
Persoonsgebonden aftrek
Soms zijn er persoonlijke omstandigheden waardoor je extra uitgaven hebt. Sommige daarvan mag je aftrekken van je belastbaar inkomen. Hierbij kun je denken aan betaalde partneralimentatie, uitgaven voor specifieke zorgkosten, studiekosten en giften aan een goed doel.
De persoonsgebonden aftrek verreken je als volgt: eerst met het inkomen van box 1, dan box 3 en dan box 2. Blijft er daarna nog een deel aan aftrek over, dan kun je dit in latere jaren nog verrekenen.
-
Premie volksverzekeringen
Iedereen die in Nederland inkomen uit werk en woning, dus box 1-inkomen, geniet, is verplicht de premie volksverzekeringen te betalen. De volksverzekeringen zijn:
- Algemene Ouderdomswet (AOW): hierdoor hebben mensen een inkomen als ze de AOW-leeftijd hebben bereikt.
- Algemene nabestaandenwet (Anw): hierdoor hebben mensen een inkomen nadat de partner is overleden en de overblijvende partner de jonge kinderen moet verzorgen.
- Wet langdurige zorg (Wlz): hierdoor kunnen bijzondere ziektekosten worden betaald.
De te betalen premie volksverzekeringen is afhankelijk van je inkomen.
De premie volksverzekeringen betaal je via de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekering, of je werkgever houdt een deel van de premie in op je loon of uitkering en betaalt dit voor jou aan de Belastingdienst.
-
Premie werknemersverzekeringen
Door middel van afdracht van premie werknemersverzekeringen zijn werknemers tot op zekere hoogte verzekerd tegen het inkomensverlies als ze werkeloos, arbeidsongeschikt of ziek worden. De werknemersverzekeringen zijn:
- Werkloosheidswet (WW)
- Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
- Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
- Ziektewet (ZW)
Als je in loondienst werkt of een uitkering ontvangt, dan moeten er voor jou premies werknemersverzekeringen betaald worden. De werkgever of uitkeringsinstantie betaalt deze premie voor jou aan de Belastingdienst.
-
Profit shifting
Ook wel winstverschuiving genoemd. Het verplaatsen van winst door een onderneming, meestal naar andere landen waar een lager belastingtarief geldt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van belastingverdragen, afspraken met de Belastingdienst en verschillen in wetgeving tussen het ene en het andere land.
Het doel van de winstverschuiving is om minder belasting te betalen. Dit is een vorm van belastingontwijking.
-
Progressieve belasting
Een belastingstelsel waarbij het tarief hoger wordt naarmate het inkomen stijgt. Bijvoorbeeld de Nederlandse inkomstenbelasting.
R
-
Realiteitsbeginsel
Een van de beginselen verbonden met het goed koopmansgebruik. Het realiteitsbeginsel houdt in dat gegevens in de financiële administratie altijd waarheidsgetrouw moeten worden weergegeven. Baten en lasten moeten worden weergegeven in en toegerekend aan de jaren waarin zij daadwerkelijk betrekking hebben.
-
Rechtszekerheidsbeginsel
Eén van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit beginsel schrijft voor dat procedures zo moeten zijn opgeschreven dat ze duidelijk zijn voor de burger. Ze moeten niet op meerdere manieren uit te leggen zijn, maar juist eenduidig en de overheid mag procedures niet achteraf aanpassen.
-
Regressieve belasting
Een belastingstelsel waarbij de relatieve belastingdruk daalt naarmate het inkomen stijgt. Voor verbruiksbelastingen geldt veelal een vast percentage, maar in de praktijk is er sprake van een regressief tarief. Denk aan de vaste accijns op tabaksartikelen: mensen met een lager inkomen moeten in verhouding meer betalen dan mensen met een hoger inkomen.
-
Rentabiliteit
Ook wel rendabiliteit. De verhouding tussen het inkomen en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend. De rentabiliteit laat zien wat de financiële gezondheid van een bedrijf is. Dit is interessant voor vermogensverschaffers, zoals aandeelhouders. Deze verhouding laat namelijk zien of de winst op lange termijn groot genoeg is.
De rentabiliteit kan als volgt berekend worden:
- Rentabiliteit van het totale vermogen = (bedrijfsresultaat / gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen) * 100%
- Rentabiliteit van het eigen vermogen = (winst na aftrek van interest en belastingen / gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen) * 100%
- Rentabiliteit van het vreemd vermogen = (betaalde interest / gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen) * 100%
De bedoeling is om een zo laag mogelijke rentabiliteit van het vreemd vermogen te bereiken, en een zo hoog mogelijke rentabiliteit van het eigen vermogen. Of de rentabiliteit goed of slecht is, hangt af van hoe het zich verhoudt tot de desbetreffende branche.
Of een bedrijf financieel gezond is, dient overigens ook te worden bekeken aan de hand van de liquiditeit en solvabiliteit.
-
Representatieve kosten
De kosten die zakelijk kunnen worden gemaakt om het bedrijf te kunnen representeren, maar waar geen direct meetbare tegenprestatie tegenover staat. Daarbij kun je denken aan diners of recepties. Vanwege het vaak aanwezige privékarakter, is de Belastingdienst zeer kritisch op dit soort uitgaven.
-
Resultaat uit overige werkzaamheden (ROW)
Eén van de categorieën inkomen in box 1. Het is het resultaat uit arbeid, die niet verricht wordt in een winst uit onderneming of loon. Bijvoorbeeld als een freelancer.
S
-
SBBI
Sociaal Belang Behartigende Instelling; deze zijn vrijgesteld van schenk- en erfbelasting en hoeven dus geen belasting te betalen over eventuele giften die zij ontvangen. De SBBI moet wel nog steeds aangifte doen om de vrijstelling aan te vragen.
Een organisatie is een SBBI als de organisatie op de eerste plaats de individuele belangen van haar leden of een kleine doelgroep behartigt, maar ook een maatschappelijke waarde heeft. Bijvoorbeeld een gezondere samenleving of individuele ontplooiing van haar leden.
Denk hierbij aan een kinderboerderij, muziekvereniging of dansgroep.
-
Schenkbelasting
De belasting die de schenker of ontvanger verschuldigd is over een schenking.
-
Schenking
Overeenkomst waarbij de schenker iets uit zijn/haar vermogen overdraagt aan de ontvanger, zonder dat hier een tegenprestatie tegenover staat. Dit kan een geldbedrag zijn, maar ook goederen zoals een schilderij. Over de schenking moet in beginsel schenkbelasting worden betaald. Een schenking is in sommige gevallen belastingvrij. Zie hiervoor de schenkingsvrijstelling.
In fiscaal opzicht is alleen sprake van een (belaste) schenking indien de schenker verarmt, zich ten doel heeft gesteld te schenken en de begunstigde een verrijking ervaart.
-
Schenkingsvrijstelling
In sommige gevallen hoeft geen belasting te worden geheven over de schenking.
-
Solvabiliteit
Een formule waarmee de financiële gezondheid van een bedrijf kan worden berekent. Het geeft de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen weer. Dus: hoeveel je zelf hebt geïnvesteerd en hoeveel je hebt geleend bij kredietverstrekkers. Meer vreemd vermogen betekent vaak dat het lastiger is om nieuwe financiering aan te trekken.
Mocht je een nieuwe financiering aan willen trekken, dan kan de geldverstrekker naar de solvabiliteit vragen. Hiermee kan je laten zien of je al dan niet in staat bent om op korte of lange termijn in staat bent de schulden af te betalen.
De solvabiliteit kun je met verschillende formules berekenen:
- Eigen vermogen/Vreemd vermogen * 100%
- Totale bezittingen/Vreemd vermogen * 100%
- Eigen vermogen/Totale bezittingen * 100%
De uitkomst hiervan wordt het solvabiliteitspercentage genoemd. De norm die financiers vaak stellen voor dit percentage ligt tussen de 25% en 40%. Naast de solvabiliteit moet je ook kijken naar de liquiditeit en rentabiliteit.
-
Splitsing
Het splitsen van ondernemingsvermogen is het tegenovergestelde van fusie. Het vermogen wordt verspreid over verschillende andere rechtspersonen. Splitsen kan ook op verschillende manieren:
- Afsplitsing
- Juridische splitsing
Hierbij is steeds nauw overleg met de fiscalist en notaris onontbeerlijk.
-
Staking
Wanneer een onderneming ophoudt te bestaan, wordt overgedragen, verkocht of wanneer de rechtsvorm of het samenwerkingsverband verandert. In fiscaal opzicht leidt staking tot een afrekenmoment met de belastingdienst.
-
Stakingsvrijstelling
Wanneer een IB-onderneming wordt gestaakt, is een deel van de stakingswinst vrijgesteld van de belasting.
-
Stakingswinst
Is het verschil tussen de boekwaarde van de onderneming en de werkelijke waarde op het moment van staking.
-
Startersaftrek
Een onderneming maakt in de beginfase veel kosten. Om hierin tegemoet te komen, bestaat er de startersaftrek in de Inkomstenbelastingsfeer. Deze aftrekpost is een verhoging van de zelfstandigenaftrek. De startersaftrek zorgt ervoor dat het bedrijf in de eerste jaren minder belasting hoeft te betalen.
De startersaftrek bedraagt een vast bedrag van € 2.123 (2022). De aftrekpost is maximaal drie keer in de eerste vijf jaar toe te passen. Het bedrag van € 2.123 wordt opgeteld bij de zelfstandigenaftrek.
-
Startersvrijstelling
De startersvrijstelling in de Overdrachtsbelasting heeft als gevolg dat een tarief van 0% overdrachtsbelasting geldt. Je hebt recht op deze vrijstelling als je aan de volgende vier voorwaarden voldoet:
- Je hebt op of na 1 januari 2021 een woning gekocht waarin je zelf voor langere tijd gaat wonen.
- Je bent tussen 18 en 35 jaar op het moment dat je de woning verkrijgt.
- De woning mag niet meer waard zijn dan € 400.000 (2021).
- Je hebt niet eerder gebruik gemaakt van de startersvrijstelling.
-
Statuten
Onderdeel van een notariële akte van oprichting. De statuten bevatten de regels en bepalingen van een rechtspersoon. Dit zijn de interne regels en afspraken van rechtspersoon, zoals de naam, hoe de bestuurders moeten worden benoemd, etc.
-
Stichting
Een stichting is een rechtsvorm. De stichting probeert een maatschappelijk, sociaal of ideëel doel na te streven. De stichting mag winst maken, maar deze moet dan wel besteed worden aan het behalen van het doel van de stichting. Een stichting heeft geen aandeelhouders en geen leden. Het wordt geleid door een bestuur. De notaris stelt de notariële akte op met daarin de statuten. Vervolgens wordt de stichting ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
-
Stille reserves
De meerwaarde van bedrijfsmiddelen boven de boekwaarde.
-
Subsidie
Financiële steun van de overheid of een niet-commerciële organisatie. De subsidie wordt gegeven ten behoeve van het uitvoeren van bepaalde activiteiten of het bereiken van een bepaald doel. Bijvoorbeeld huursubsidie of cultuursubsidies, of aan activiteiten waarvan het economisch belang niet direct voor de hand ligt.
-
Successiewet
De wet waarin de erf- en schenkbelasting is geregeld.
-
Suppletie omzetbelasting
Als je bij een eerder verzonden aangifte te veel of te weinig BTW hebt aangegeven, dan kan je dit corrigeren middels een suppletie omzetbelasting. De suppletie is van toepassing indien dit betrekking heeft op de afgelopen 5 jaar. Wanneer het te corrigeren bedrag minder dan € 1.000 bedraagt, kun je dat bedrag gewoon verwerken in de volgende Btw-aangifte.
T
-
Tag along-regeling
De regeling die de minderheidsaandeelhouders beschermt. De regeling houdt in dat de minderheidsaandeelhouder het recht heeft zijn aandelen te verkopen tegen dezelfde voorwaarden als de meerderheidsaandeelhouder zijn aandelen ook verkoopt.
-
Tax planning
Het uitzoeken wat de beste opties zijn om zo min mogelijk belasting te betalen. Dit doen bedrijven door gebruik te maken van verschillende tarieven in verschillende landen, rekening houdend met verschillende fiscale regimes en belastingverdragen. Dit wordt gezien als belastingontwijking.
Ook een tax planning tussen de Nederlandse ondernemer en zijn Nederlandse onderneming kan belangrijke besparingen opleveren zonder dat er gebruik gemaakt wordt van verschillende tarieven in verschillende landen.
-
Terbeschikkingstellingsregeling (tbs-regeling)
Een vorm van resultaat uit overige werkzaamheden. Wanneer je een vermogensbestanddeel ter beschikking stelt aan een vennootschap waarin je een aanmerkelijk belang hebt (of een met jou verbonden persoon), dan worden de voordelen die je hieruit geniet, belast in Box 1.
Het doel van deze regeling is om misbruik tegen te gaan. Voordat deze regeling werd ingevoerd, was het mogelijk om deze voordelen in box 3 (met een lager belastingtarief) te laten vallen, wat een belastingvoordeel opleverde. Dit terwijl de onderneming de gemaakte kosten voor de terbeschikkingstelling wel in box 1 kon laten vallen en dus voor het volle box 1-tarief af kon trekken.
-
Toeslag
Een aanvulling op inkomen, betaald vanuit de overheid. Denk aan huurtoeslag of zorgtoeslag. Hoeveel toeslag men kan ontvangen, is afhankelijk van hoe hoog het inkomen is.
-
Toeslagpartner
De persoon met wie je samen een toeslag aanvraagt. Het inkomen van jou en je partner telt beide mee voor de toeslag. Je krijgt de toeslag samen.
-
Toetsingsinkomen
Het inkomen op basis waarvan de toeslagen berekend worden.
-
Toptarief
Het hoogste belastingtarief. Het begrip wordt vaak in de context van de inkomstenbelasting gebruikt.
-
Transfer pricing
Het hanteren van interne verrekenprijzen voor leveringen van goederen, diensten of rechten binnen gelieerde ondernemingen. Deze gelieerde ondernemingen kunnen gelegen zijn in verschillende landen. Daardoor kan met een hogere of lagere prijs winst of verlies gecreëerd worden. De Belastingdienst controleert of deze prijzen wel at arm’s length zijn.
-
Treaty shopping
Het gebruikmaken van verschillende bepalingen in belastingverdragen door ondernemingen. Het doel is zoveel mogelijk belasting te ontwijken of zelfs te ontduiken.
U
-
Uitsluitend
Fiscaal begrip en betekent 100%. Ook wel: geheel.
-
Ultimate beneficiary owner (UBO)
De uiteindelijk belanghebbende van een bedrijf. Vanaf 2020 zijn ondernemingen verplicht hun UBO’s in te schrijven in het UBO-register, dat gehouden wordt door de Kamer van Koophandel. De nieuwe regel komt vanuit de Europese Unie en is gericht op het tegengaan van financieel-economische criminaliteit. De regel wil transparant maken wie uiteindelijk aan de touwtjes van een onderneming trekt.
Het gaat hierbij onder andere om:
- Natuurlijke personen met meer dan 25% procent van de aandelen;
- Natuurlijke personen met meer dan 25% van de stemrechten;
- Natuurlijke personen die de feitelijke zeggenschap over de onderneming hebben.
Organisaties kunnen hun UBO tot uiterlijk 27 maart 2022 inschrijven via de Kamer van Koophandel.
-
Urencriterium
Voor sommige soorten ondernemersaftrek kun je in aanmerking komen als je voldoet aan het urencriterium. Dit criterium houdt in dat je minimaal 1.225 uren aan je onderneming hebt besteed in een kalenderjaar en als je in 1 van de 5 voorgaande jaren ondernemer was, dan moet je ook nog meer tijd hebben besteed aan je onderneming dan aan andere werkzaamheden.
Als je arbeidsongeschikt bent geraakt, geldt een verlaagd urencriterium. In dat geval moet je voldoen aan 800 uren minimaal besteed aan de onderneming.
Indien je in enig jaar een zwangerschap doorliep, dan wordt gedurende 16 weken er vanuit gegaan dat je de gebruikelijke uren in de onderneming hebt gewerkt.
V
-
VAMIL
Zie Willekeurige afschrijvingen.
-
Vaste inrichting
Een vaste bedrijfsinrichting betekent een vestiging van een buitenlands bedrijf, zonder dat hiervoor een aparte entiteit is opgericht. De vaste inrichting kan bijvoorbeeld gevestigd zijn in Nederland, terwijl het hoofdhuis zich bevindt in Spanje, en vice versa. De vaste inrichting wordt gebruikt om de belastbare winst van een bedrijf in het desbetreffende land te bepalen. De winst van de vaste inrichting is relevant voor zowel het internationaal belastingrecht als voor de vennootschapsbelasting in Nederland.
Er kan ook sprake zijn van bijvoorbeeld een vaste inrichting voor loonbelastingdoeleinden. Dit soort structuren heeft altijd begeleiding van een fiscalist nodig.
-
Vennootschap onder firma (Vof)
Een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid waarin 2 of meerdere partners verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsvoering van een onderneming. De samenwerkende partners heten vennoten.
In een vof zijn alle vennoten aansprakelijk voor verplichtingen of schulden van de vof, ongeacht wie deze is aangegaan. De schuldeiser kan eerst terecht bij het vermogen dat in de vof zit, maar als dit niet voldoende is, kan hij/zij ook terecht bij (één van) de vennoten voor het gehele bedrag! Het inschrijven van een vof gebeurt bij de Kamer van Koophandel. Het is erg belangrijk dat de firmanten hun afspraken over en weer goed vastleggen en vertrouwen op een van internet geplukt format kan tot grote schade leiden.
-
Vennootschapsbelasting (Vpb)
De belasting die een vennootschap over haar winst moet betalen. Sommige stichtingen en verenigingen vallen ook onder de vennootschapsbelasting, maar alleen en voor zover zij een onderneming drijven. Coöperaties en overheidsondernemingen vallen ook onder de vennootschapsbelasting.
-
Verbod van détournement de pouvoir
Eén van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit beginstel houdt in dat een bestuursorgaan haar bevoegdheden alleen mag gebruiken voor het doel waarvoor zij deze bevoegdheden heeft gekregen. Dat betekent dat het orgaan alleen de bevoegdheden voor het algemeen belang gebruikt, en voor die specifieke doeleinden die de wetgever voor ogen heeft gehad.
-
Verbruiksbelasting
Een belasting die geheven wordt over de aankoop of het gebruik van een product. Voorbeelden hiervan zijn de btw of accijns.
-
Vereniging
De vereniging is een rechtsvorm. Een vereniging is een organisatie die niet als doel heeft om winst te maken. Een vereniging organiseert meestal maatschappelijke activiteiten, zoals een sportvereniging. Een vereniging mag wel winst maken met de onderneming, maar het is wel de bedoeling dat deze winst gebruikt wordt voor de activiteiten van de vereniging.
Een vereniging bestaat uit leden. Tijdens de ledenvergadering worden de beslissingen over de organisatie genomen. De ledenvergadering benoemt het bestuur. Een vereniging heeft geen aandeelhouders.
De oprichting van een formele vereniging wordt door een notaris verricht. Die stelt de notariële akte op met daarin de statuten. De vereniging wordt vervolgens ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
-
Vergrijpboete
De boete die je krijgt opgelegd bij het opzettelijk niet of onjuist doen van een aangifte, of daaraan grove schuld hebt. De vergrijpboete kan ook opgelegd worden als je geen informatie verstrekt of wijzigingen doorgeeft. Afhankelijk van of er van grove schuld of opzet sprake is wordt de vergrijpboete berekend. Deze boete wordt hoger naarmate je vaker boetes hebt opgelegd gekregen.
-
Verkapt dividend
Wanneer een onderneming een uitkering doet aan (een van) de aandeelhouder(s), die achteraf door de Belastingdienst als uitbetaald dividend wordt gezien. De aandeelhouder wordt niet bevoordeeld met daadwerkelijk dividend, maar met een andere bevoordeling waar geen tegenprestatie tegenover staat. Bijvoorbeeld een auto die de aandeelhouder kan overkopen voor een lagere prijs dan die auto waard is in het economisch verkeer of een te hoge rekening-courantschuld van een aandeelhouder bij zijn/haar B.V., die feitelijk niet terug betaald kan worden door de aandeelhouder.
-
Vermogensrendementsheffing
De Nederlandse belasting over het fictieve rendement van box 3 vermogen. Het fictieve rendement wordt bepaald aan de hand van percentages (zie fictief rendement). Over dit fictieve rendement word je belast tegen een tarief van 31% (2021).
-
Vertrouwensbeginsel
Een van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit beginsel schrijft voor dat bestuursorganen verwachtingen moeten waarmaken en toezeggingen moeten nakomen. Als de Belastingdienst iets heeft toegezegd en je mocht hierop redelijkerwijs vertrouwen, dan is de Belastingdienst gehouden deze toezegging na te komen.
-
Vervreemden
Het verliezen van een bezit van iets, bijvoorbeeld door verkoop of schenking. Het eigendom wordt overgedragen.
-