Eindejaarstips 2023: 16 Tips voor de DGA

 

Eindejaarstips 2023: 16 Tips voor de DGA

Dit is bij uitstek de tijd om na te gaan welke acties u op fiscaal gebied nog moet nemen voor het einde van het jaar, of juist moet uitstellen tot het nieuwe jaar. In het onderstaande voorzien wij u daarom van de belangrijkste actuele fiscale tips voor DGA’s. Veel informatie maar het kan zeker de moeite waard zijn om u hierin te verdiepen. Wilt u naar aanleiding van deze tips persoonlijk advies? U weet het, wij helpen u graag.

1. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA)

Heeft u in 2023 al genoeg geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (zie onderstaande tabel)? Zo niet, dan valt er wellicht nog wat fiscaal voordeel te halen! Om in aanmerking te komen voor deze investeringsregeling, moet een investering minstens € 450 exclusief btw bedragen. U kunt hier dan ook jaarlijks op afschrijven.

2. Investeren en tijdelijk willekeurig afschrijven in 2023

Op veel nieuwe investeringen in 2023 mag u gedeeltelijk willekeurig afschrijven. De regeling betekent dat u éénmalig in 2023 uw winst mag verminderen met maximaal 50% van het investeringsbedrag – minus de restwaarde. De andere 50% moet u op de reguliere manier afschrijven vanaf het moment dat het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen. Er zijn wel uitzonderingen op de willekeurige afschrijving 2023, zoals bij investeringen in gebouwen.

Met de willekeurige afschrijving kunt u uw winst in 2023 verlagen, wat u direct een belastingbesparing oplevert. Als u in 2023 willekeurig afschrijft dan kunt u in de volgende jaren niet meer afschrijven en betaalt u daardoor in de jaren daarna (meestal) meer belasting.

Let op! Willekeurig afschrijven is niet altijd voordelig, bijvoorbeeld als u verwacht dat uw winst in 2023 lager zal worden belast dan in de komende jaren. U kunt er daarom ook voor kiezen om in 2023 over 50% van het investeringsbedrag – minus restwaarde – niet of minder af te schrijven, zodat u in de volgende jaren juist meer kunt afschrijven.

Wilt u nog profiteren van de willekeurige afschrijving in 2023? Ga dan nog dit jaar een investeringsverplichting aan, dat kan bijvoorbeeld door een opdrachtbevestiging of order te ondertekenen. Vanaf 1-1-2024 vervalt deze mogelijkheid. Neemt u de investering in 2023 nog niet in gebruik? Overweeg dan om het bedrag van de willekeurige afschrijving op de investering aan te betalen, omdat u anders geen gebruik kan maken van de willekeurige afschrijving.

3. Investeer nog in 2023 in energiezuinige bedrijfsmiddelen

De energie-investeringsaftrek, EIA, gaat in 2024 omlaag van 45,5% naar 40%. Bent u van plan om binnenkort te investeren in een bedrijfsmiddel dat staat op de Energielijst van de RVO? Het is dan fiscaal voordeliger om nog in 2023 te investeren. Dit betekent dat u bijvoorbeeld dit jaar nog een opdrachtbevestiging of order moet ondertekenen. Wel moet u er rekening mee houden dat de energie-investering op tijd wordt gemeld bij de RVO.

4. Verbreken fiscale eenheid per 31 december 2023

Als u per 1 januari 2024 geen onderdeel meer wenst te zijn van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, moet het verzoek tot ontvoeging uiterlijk 31 december 2023 zijn ingediend. Dit kan in bepaalde gevallen voordelig zijn wanneer er sprake is van meerdere winstgevende vennootschappen in een fiscale eenheid. Op die manier kunnen de vennootschappen afzonderlijk gebruikmaken van de lagere ‘mkb-schijf’ in de vennootschapsbelasting. Het tariefverschil tussen de eerste schijf tot € 200.000 (19%) en de tweede schijf (25,8%) bedraagt namelijk 6,8%.
Ook kan het verbreken van een fiscale eenheid leiden tot de toepassing of verhoging van de investeringsaftrek.

Er zijn uiteraard ook nadelen verbonden aan het niet langer deel uitmaken van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Breng deze voor- en nadelen eventueel met een adviseur goed in kaart voordat u overgaat tot een ontvoeging. Tot slot leidt de verbreking van een fiscale eenheid die in 2023 is aangegaan vóór 31 december 2023 ertoe dat deze nooit heeft bestaan.

Let op! Overleg met uw adviseur over eventuele fiscale sancties die in werking kunnen treden door het verbreken van de fiscale eenheid.

5. In 2023 dividend uitkeren, of juist niet?

Per 1 januari 2024 wordt het tarief in box 2, waar ook dividenduitkeringen onder vallen, gewijzigd. Het huidige tarief van 26,9% wordt vervangen door een twee schijvensysteem. Een tarief van 24,5% op inkomsten tot € 67.000 (voor fiscale partners € 134.000 gezamenlijk) en een tarief van 33% over het meerdere.

Wij adviseren u om te anticiperen op de komende tariefswijzigingen in box 2. De vraag is namelijk of het raadzaam is om in 2023 al dividend uit te keren of juist te wachten tot 2024 en latere jaren. Datzelfde geldt voor een voorgenomen aandelenvervreemding: is het raadzaam dit uit te voeren in 2023 of kunt u beter wachten tot 2024? Een dergelijke beoordeling en beslissing vergt maatwerk en is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden.

Tip! Mocht u interesse hebben dan adviseren wij u om tijdig contact op te nemen met uw adviseur. Hiermee voorkomt u dat het niet meer mogelijk is om voor het einde van het jaar te anticiperen op deze wetswijziging.

6. Lenen van uw B.V. (inclusief rekening-courant) en excessief lenen

Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) kunt u uw beleggingen financieren met een lening van uw B.V. De lening is dan, net zoals de beleggingen, een onderdeel van box 3. Het lenen moet gebeuren onder zakelijke voorwaarden en een onderdeel hiervan is een schriftelijke vastlegging. Bespreek met uw adviseur welke voorwaarden u nog meer overeen moet komen. Als u de lening bent aangegaan voor de eigen woning, dan is de rente aftrekbaar als de lening fiscaal kwalificeert als een eigenwoningschuld in box 1.

Heeft u als DGA een structureel hoge rekening-courantschuld bij uw B.V.? Dan loopt u het risico dat de Belastingdienst (een deel van) de schuld aanmerkt als een verkapte winstuitdeling die vervolgens belast kan worden. Dit risico kunt u verminderen door zorg te dragen voor een degelijke documentatie.

Let op! In 2023 kunt u op grond van het wetsvoorstel excessief lenen samen met een eventuele partner nog maar maximaal € 700.000 onbelast lenen van uw eigen vennootschap. Leningen bestemd voor de eigen woning zijn van deze regeling uitgezonderd en zullen niet worden meegerekend. De eerste peildatum is 31 december 2023, u heeft dus tot deze datum de tijd om schulden boven de grens af te lossen. Hiermee voorkomt u dat het excessieve deel van de lening zal worden belast tegen een tarief van 26,9% in box 2 alsof het een dividenduitkering is.

Tip! In het recent door de Tweede Kamer aangenomen amendement is voorgesteld om het drempelbedrag in 2024 te verlagen naar € 500.000.

Voldoet u dit jaar nog net aan de schuldendrempel en verwacht u dat het u niet gaat lukken om het totaalbedrag van uw schulden bij uw eigen B.V. in 2024 te beperken tot € 500.000?

Gezien de forse stijging van het aanmerkelijk belangtarief in 2024 kunt u wellicht nog dit jaar in overweging nemen om een extra deel van het totaalbedrag van uw openstaande schulden door middel van een dividenduitkering te verminderen. Hiermee kunt u een forse belastingbesparing behalen. Of dit voordelig voor u is, is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Raadpleeg daarom uw adviseur wat het beste is voor uw situatie.

7. Voorziening

Wilt u winstneming uitstellen? Kijk dan of u nog een voorziening kunt vormen. Daarvoor is al voldoende dat de toekomstige uitgaven hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan voor de balansdatum én dat een redelijke mate van zekerheid bestaat dat de uitgaven in de toekomst worden gedaan. Verder geldt dat de toekomstige uitgaven ook moeten kunnen worden toegerekend aan de periode voorafgaande aan de balansdatum. Voorzieningen zijn mogelijk voor bijvoorbeeld een reorganisatie, onderhoud, saneringskosten, het verlenen van garantie op producten of jubileumuitgaven voor het personeel.

8. Laatste loonheffingsaangifte 2023

Ga na of alle betalingen gedaan aan het personeel op een juiste wijze zijn verloond. Denk hierbij ook aan de forfaitaire bijtellingen voor de bestelauto en de personenauto, en andere gunstige beloningsvormen.

9. Laatste btw-aangifte boekjaar

Denkt u bij het maken van de laatste aangifte van het boekjaar aan de volgende punten:

Privégebruik gerelateerde correcties

  • Correctie btw privégebruik auto (zowel voor u als ondernemer als voor uw personeel);
  • Correctie btw privégebruik voor bijvoorbeeld gas, water, elektriciteit en warmte;
  • Correctie btw voor gebruik door u als ondernemer van tot het bedrijf behorende goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden (onder andere privégebruik), bijvoorbeeld bedrijfsmiddelen die u zowel zakelijk als privé gebruikt;
  • Correctie btw voor verrichten van diensten door u als ondernemer voor andere doeleinden dan bedrijfsdoeleinden (onder andere privégebruik);
  • Correctie in het kader van de bedrijfskantineregeling;
  • Overige correcties op aftrek van voorbelasting over verstrekkingen aan het personeel (gelegenheid geven tot sport of ontspanning, privévervoer en huisvesting) en voor relatiegeschenken en dergelijke.

Pro-rata gerelateerde correcties

  • Ondernemers die niet uitsluitend btw-belaste prestaties verrichten moeten het pro-rata-aftrekpercentage voor het afgelopen jaar berekenen. Dit kan leiden tot een correctie (naar boven of beneden) van de eerder in aftrek gebrachte btw op algemene kosten.
  • Indien het pro-rata-aftrekpercentage daalt onder de 90% (of 70% voor onder meer reisbureaus), moet u de gevolgen voor eventuele ‘opties belaste huur’ in huurcontracten beoordelen.
  • Op roerende en onroerende investeringsgoederen moet herziening van voorbelasting plaatsvinden.
    In sommige gevallen is onder voorwaarden goedgekeurd dat de correcties per einde kalenderjaar kunnen plaatsvinden (indien het kalenderjaar niet gelijk is aan het boekjaar.

Termijn terugvragen buitenlandse btw
Bent u economisch actief in meerdere EU-landen? Nederlandse aftrekgerechtigde ondernemers kunnen de in andere EU-landen betaalde btw terugvragen via een elektronisch verzoek bij de Belastingdienst. Let op, hiervoor zijn aparte inloggegevens vereist en het aanvragen daarvan kan enige weken duren. Het verzoek moet uiterlijk binnen zijn op 30 september van het jaar dat volgt op het jaar waarover u btw terugvraagt. Verzoeken die hierna binnenkomen worden mogelijk door het andere EU-land niet meer in behandeling genomen.

10. Debiteur betaalt niet? Vraag tijdig de btw terug

Btw afgedragen zonder dat de factuur ooit is betaald? Als een debiteur u niet betaalt, kunt u onder omstandigheden de btw terugvragen die u al hebt afgedragen aan de Belastingdienst.

Let op! Als u afspraken maakt met uw debiteur over de betaling van de factuur, kan het zijn dat uw vordering wordt omgezet in een lening. In dat geval kunt u geen verzoek tot teruggaaf indienen bij de Belastingdienst. Voordat u een betalingsregeling voorstelt, dient u dus goed na te gaan of uw debiteur uiteindelijk aan zijn verplichtingen zal voldoen of niet. U moet het verzoek tot teruggaaf tijdig indienen. Dat betekent binnen een maand nadat duidelijk is dat uw afnemer niet betaalt. Uiterlijk één jaar na het opeisbaar worden van de vordering wordt geacht dat de debiteur niet meer zal betalen en moet u de btw terugvragen.

11. Bewaarplicht

Het opruimen en vernietigen van oude administratieve gegevens kan u uiteraard een kostenbesparing opleveren, maar houd daarbij wel rekening met de wettelijke bewaartermijn van ten minste zeven jaar van uw administratieve gegevens. Met betrekking tot onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen, moet u de btw-boekhouding zelfs tien jaar bewaren.

Voor de btw geldt in bepaalde gevallen een bijzondere bewaarplicht van tien jaar. Permanente stukken (aktes, pensioen- en lijfrentepolissen enzovoort) mogen niet worden weggegooid.

Tip! Als u de gegevens van verkoopbonnen digitaal opslaat en deze ter beschikking kunt stellen aan de Belastingdienst, is het niet meer noodzakelijk om kassabonnen, kassarollen en dergelijke op papier te bewaren. Dit geldt ook voor facturen, mits bij het scannen geen informatie verloren gaat.

12. Middeling 2021-2023

Als uw jaarinkomen binnen 3 jaar sterk wisselt, dan is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk uw belastbare inkomens in box 1 (werk en woning) van 2021 tot en met 2023 te middelen, waardoor u over deze jaren wellicht in totaal minder belasting betaalt.

De te middelen jaren mogen slechts eenmaal in de middelingsberekening worden betrokken. Beoordeeld moet worden welke van de te middelen jaren u een zo hoog mogelijke belastingteruggaaf oplevert. Mogelijk kunt u ook voorgaande jaren nog middelen, dit is afhankelijk van de dagtekening van de definitieve aanslagen inkomstenbelasting over de desbetreffende jaren.

Vanaf 1 januari van dit jaar is deze middelingsregeling te komen vervallen. Het laatste tijdvak waarover middeling nog mogelijk is zijn de jaren 2022-2024. Vooral ondernemers worden benadeeld door deze wetsaanpassing.

13. Informatieverstrekking uitbetaalde bedragen aan derden

Vanaf 1 januari 2022 zijn werkgevers verplicht informatie te verstrekken aan de Belastingdienst over uitbetaalde bedragen aan derden waarop geen loonheffingen zijn ingehouden. Als u dergelijke betalingen doet aan een natuurlijk persoon, moet u de Belastingdienst informeren over een aantal zaken, waaronder naam, adres, woonplaats, geboortedatum, Burgerservicenummer (BSN) en de in het kalenderjaar betaalde bedragen inclusief kostenvergoedingen. De informatieplicht geldt niet voor onder andere betalingen aan werknemers, artiesten, beroepssporters, of vrijwilligers. Ook geldt de informatieplicht niet voor personen die een factuur hebben uitgereikt, mits die factuur voldoet aan de eisen van de Wet op de omzetbelasting 1968. Voor 2023 en latere jaren kunt u de informatie aanleveren in de loop van het jaar zelf, maar uiterlijk in januari na afloop van het jaar.

Tip! Begin tijdig met het in kaart brengen voor welke personen u aan deze informatieplicht moet voldoen en ga na of u over alle noodzakelijk gegevens zoals een BSN-nummer beschikt.

14. Benut de mogelijkheden binnen de werkkostenregeling

Benut voor 2023 uw mogelijkheden binnen de werkkostenregeling. Dit is extra belangrijk, omdat de vrije ruimte per 2024 namelijk weer wordt verlaagd. Tot een loonsom van € 400.000 bedraagt de vrije ruimte nu nog 3%, maar in 2024 is dit nog slechts 1,92%. Over het meerdere blijft de vrije ruimte in 2024 1,18%, net als in 2023.

Tip! Beoordeelt u daarom of u mogelijk nog resterende vrije ruimte heeft in 2023 en bekijk of zaken die u in 2024 wilt vergoeden of verstrekken mogelijk al in 2023 kunnen worden vergoed dan wel verstrekt.

15. Verhoging belastingvrije reiskostenvergoeding

Stelt u geen vervoersmiddel ter beschikking aan uw werknemer, dan kunt u de werknemer in 2023 een belastingvrije vergoeding van maximaal € 0,21 per km geven. Het maakt daarbij niet uit op welke wijze de werknemer reist. Dit geldt voor zowel woon-werkverkeer als voor zakelijke kilometers. Bij reizen per openbaar vervoer mag u ook de werkelijke kosten vergoeden. Het bedrag van de belastingvrije vergoeding stijgt in 2024 naar € 0,23 per km. Ga tijdig na of u verplicht bent om hier rekening mee te houden.

Let op! U bent als werkgever arbeidsrechtelijk in beginsel niet verplicht dit verhoogde bedrag ook aan uw werknemers te betalen. Dit is anders indien in een arbeidsovereenkomst, de arbeidsvoorwaarden of in de cao is bepaald dat de maximale fiscale vergoeding moet worden vergoed. In dat geval heeft u geen keuze en moet u mee met de verhoging.

16. Beperken 30%-regeling vanaf 2024

Werknemers die van buiten Nederland worden aangeworven om in Nederland te komen werken, maken veel dubbele kosten (zogenaamde extraterritoriale kosten). Onder voorwaarden mag een werkgever deze kosten onbelast vergoeden. Dat mag op declaratiebasis waarbij dus de werkelijke kosten worden vergoed. Eenvoudiger (en vaak voordeliger) is het om standaard 30% van de totale beloning onbelast te vergoeden (zonder nader bewijs).

Vanaf 2024 wordt de maatregel beperkt. Vanaf dat moment mag de 30%-regeling alleen nog maar worden toegepast over de zogenaamde Balkenendenorm (2024: € 233.000). Over het meerdere is dat niet meer mogelijk. Wel kan er nog altijd voor worden gekozen om de werkelijke kosten te vergoeden in plaats van gebruik te maken van de 30%-regeling. Voor zowel de 30%-regeling als de vergoeding van de werkelijke kosten geldt een totale maximale termijn van vijf jaar (periodes van eerder verblijf in Nederland komen hierop mogelijk in mindering). Ook mogen naast de 30%-regeling altijd nog de werkelijke gelden van een internationale school worden vergoed.

Let op! Vraag de 30% regeling binnen vier maanden na indiensttreding aan, zodat de regeling met terugwerkende kracht tot de start van de dienstbetrekking kan worden toegepast. Vraagt u de regeling later aan, dan bestaat geen recht op terugwerkende kracht en mag de regeling pas worden toegepast vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de aanvraag is gedaan.

Tip! Bij wisseling van werkgever bestaat recht op continuering van de 30%-regeling. Tussen beide dienstbetrekkingen moet dan minder dan drie maanden zitten. Tevens kan continuering binnen vier maanden na de start van de nieuwe dienstbetrekking worden aangevraagd.

Amendement 30% regeling vanaf 2024

Let op! Per 1 januari 2024 wordt de 30%-regeling voor inkomende werknemers mogelijk verder versoberd. Deze wordt voor hooguit de eerste 20 maanden gesteld op ten hoogste 30% van het belastbare loon, voor maximaal 20% van loon voor de daaropvolgende 20 maanden en voor ten hoogste 10% van dat loon voor de daaropvolgende 20 maanden. Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Voor bestaande gevallen komt overgangsrecht.

Let op! De Eerste Kamer moet nog over het belastingplan 2024 en de aangenomen moties stemmen. De stemming hierover zal helaas pas vlak voor kerst plaatsvinden. Tot die tijd is het onzeker of alle amendementen in werking zullen treden. Gelet op de korte tijdspan tussen de stemming in de Eerste Kamer en het einde van het jaar adviseren wij – ondanks de onzekerheid – hier tijdig op voor te sorteren en niet te wachten. Hiermee voorkomt u dat het last-minute niet meer mogelijk is om hier op te anticiperen met ongewenst fiscale nadelen tot gevolg.

Disclaimer
Bij de samenstelling van de Eindejaarstips 2023 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Deze versie is samengesteld met de kennis tot 9 november 2023. Daarbij zijn wij er vanuit gegaan dat de Eerste Kamer het Belastingplan 2024 en de aangenomen amendementen zal goedkeuren. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.

HOOFDKANTOOR

Hoofdstraat 2 – 2351 AJ – Leiderdorp 

BEL ONS

+31 (0) 71 54 22 720

EMAIL ONS