Eindejaarstips 2021: 6 Tips voor IB-ondernemers

 

Eindejaarstips 2021: 6 Tips voor IB-ondernemers

Het aftellen naar 2022 is begonnen. Wij zetten de belangrijkste actuele fiscale tips voor IB-ondernemers. Veel informatie, maar het kan zeker de moeite waard zijn om u hierin te verdiepen! 

1. Wacht tot 2022 met belonen meewerkende partner

Heeft uw partner dit jaar minimaal 525 uren meegewerkt in uw zaak en wilt u beginnen met hem of haar een arbeidsvergoeding toe te kennen, dan kan het voordelig zijn om deze vergoeding pas per 2022 toe te kennen. Zo kunt u dit jaar nog de meewerkaftrek benutten.

De meewerkaftrek is een faciliteit waarbij u een forfaitair vast te stellen percentage, oplopend van 1,25% tot maximaal 4%, ten laste van de winst kunt brengen als uw partner meewerkt in uw onderneming. Indien de meewerkaftrek wordt toegepast wordt uw meewerkende partner niet zelfstandig in de belastingheffing betrokken. U kunt de meewerkaftrek toepassen indien u als ondernemer winst geniet, aan het urencriterium voldoet en uw partner in het kalenderjaar gedurende ten minste 525 uren arbeid in uw onderneming verricht zonder daarvoor enige vergoeding te ontvangen die u ten laste van uw winst kunt brengen. Bij kleinere arbeidsbeloningen zal toepassing van de meewerkaftrek doorgaans voordeliger zijn.

2. Investeringen

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een fiscale stimulans voor investerende ondernemers. De ondernemer die in een jaar voor meer dan € 2.400 in bedrijfsmiddelen investeert, krijgt een aftrek van 28% van het investeringsbedrag, tot een maximum van € 16.568. Bij investeringen boven de € 109.574 wordt de aftrek stapsgewijs minder en bij investeringen boven de € 328.721 wordt geen aftrek meer verleend.

Ondernemers die hun onderneming in de vorm van een firma of maatschap drijven, moeten zich realiseren dat voor de KIA de totale investering door de firma of maatschap in het jaar beslissend is, en niet de investering per vennoot. Voor die samentelling is niet vereist dat de firma of maatschap het gehele jaar door dezelfde vennoten heeft gehad. Als een firmant (mee)investeert in de firma én in datzelfde jaar investeert in bijvoorbeeld zijn buitenvennootschappelijk bedrijfspand, wordt de KIA bepaald door het totale investeringsbedrag. Dat leidt al snel tot een lagere KIA over het aandeel in de investeringen in de firma én over de investeringen in het buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen. U kunt een dergelijke samenloop van investeringen in de firma én in uw buitenvennootschappelijk bedrijfsvermogen in hetzelfde jaar dan ook beter vermijden. Het spreiden van die investeringen levert meer KIA op.

3. Start vóór 2022 met herinvesteren

Heeft u in 2018 een bedrijfsmiddel verkocht met boekwinst en deze boekwinst ondergebracht in een herinvesteringsreserve (HIR)? In verband met de herinvesteringstermijn van drie kalenderjaren moet u deze HIR nog vóór 1 januari 2022 benutten. Dreigt de HIR vrij te vallen als gevolg van de coronacrisis, dan kan een verzoek ingediend worden om de driejaarstermijn te verlengen. Wél dient u hiervoor een begin te maken met de herinvestering. Het is verstandig om het herinvesteringsvoornemen vast te leggen in een schriftelijk document.

4. Overstap naar B.V.?

Ondernemers met een eenmanszaak moeten zich eigenlijk elk jaar opnieuw afvragen of het voordelig is om hun onderneming om te zetten in een BV. Het verschil in belastingdruk tussen een B.V. en een eenmanszaak wordt namelijk steeds groter. De druk van de vennootschapsbelasting over de eerste € 245.000 winst in de B.V. komt in 2021 uit op 15% en in 2022 zal dit 15% over de eerste € 395.000 winst zijn. Bij een eenmanszaak die onder de heffing van inkomstenbelasting valt wordt bij een soortgelijke winst alle belastingschrijven geraakt. Te beginnen met een heffing in de eerste schijf van 37,10% (37,07% in 2022) en oplopend tot 49,5%. Dat verschil met de vennootschapsbelasting kan niet worden goedgemaakt met de fiscale faciliteiten zoals de MKB-winstvrijstelling en de zelfstandigenaftrek. Zo wordt het maximale aftrektarief voor deze fiscale faciliteiten (box 1) vanaf 1 januari 2022 verlaagd van 43% naar 40%. Daarnaast zal de zelfstandigenaftrek in 2022 nog maar € 6.310 bedragen.

Ons advies is om eens te (laten) kijken wat fiscaal voordeliger is. Zeker als u in de komende jaren verwacht een mooie winst te behalen. Daarnaast biedt een B.V. meer fiscale flexibiliteit.

5. Kleine ondernemersregeling (KOR)

Als ondernemer/natuurlijk persoon kunt u de kleineondernemersregeling (KOR) in de BTW toepassen. Het voordeel daarvan is dat u geen BTW aan afnemers in rekening hoeft te brengen. Daarnaast hoeft u geen btw-aangiften in te dienen. De keuze voor toepassing van de KOR geldt voor minimaal drie jaar, of tot u de € 20.000 omzet overschrijdt. Let er wel op dat u door het toepassen van deze regeling niet langer de BTW op kosten (voorbelasting) kunt terugvragen. De KOR is gerelateerd aan de omzet. Bovendien kunnen ook B.V.’s, stichtingen en verenigingen een beroep doen op de KOR!

Om gebruik te kunnen maken van de KOR moet u voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • U moet ondernemer voor de BTW zijn;
  • U moet als ondernemer in Nederland gevestigd zijn; en
  • Uw omzet is niet hoger dan € 20.000 per kalenderjaar.

Niet alle omzet telt echter mee bij het bepalen van deze grens (zie hiervoor het hulpmiddel op de website van de Belastingdienst). Wilt u per 1 januari 2022 de KOR toepassen, meld u zich dan aan bij de Belastingdienst.

6. Voorlopige aanslag

Eind vorig jaar heeft u waarschijnlijk een voorlopige aanslag ontvangen voor de inkomstenbelasting over het jaar 2021. De hoogte van die aanslag is gebaseerd op de aanslagen van voorgaande jaren en informatie die bij de Belastingdienst bekend is. Wijzigt uw situatie gedurende het jaar, dan is het verstandig om de voorlopige aanslag aan te passen. Dreigt u in 2021 een verlies te gaan lijden, dan kunt u het weglekken van liquiditeiten voorkomen door de voorlopige aanslag voor 2021 op nihil te stellen. Daarnaast kunt u op het moment van het indienen van de aangifte inkomstenbelasting 2021 een schriftelijk verzoek doen om voorlopige verliesverrekening. De Belastingdienst stelt dan een voorlopige verliesverrekening vast met een beschikking. U kunt dan maximaal 80% van het aangegeven verlies verrekenen. De volledige verrekening volgt bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting.

 

Hoofdkantoor

Hoofdstraat 2
2351 AJ Leiderdorp

bel ons

071-5422720