Nieuwe (tijdelijke) wetgeving met betrekking tot box 3

 

Nieuwe (tijdelijke) wetgeving met betrekking tot box 3

Eind december 2021 heeft de Hoge Raad bepaald dat het tot 2017 gebruikte systeem van forfaitaire rendementsheffing over vermogen in box 3 in bepaalde gevallen in strijd was met het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Naar aanleiding van dit arrest is de staatssecretaris met tijdelijke nieuwe wetgeving gekomen.

In deze nieuwe systematiek wordt het voordeel uit sparen en beleggen meer gebaseerd op de werkelijke samenstelling van het vermogen van de belastingplichtige met een onderverdeling naar drie vermogenscategorieën waarbij iedere vermogenscategorie een eigen forfaitaire rendementspercentage heeft: banktegoeden (forfaitaire rendement: 0,00% (2022), overige bezittingen 5,53% (2022) en schulden 2,28% (2022). Voor 2023 is het forfaitaire rendementspercentage voor overige bezittingen al op 6,17% vastgesteld. De andere twee percentages voor 2023 worden pas na afloop van het belastingjaar bepaald.

Op dit moment is het echter onduidelijk of deze aanpassing van het box 3-regime daadwerkelijk voldoende aansluit bij de uitspraak van de Hoge Raad: biedt deze herziening voldoende rechtsherstel en/of is er sprake van een individuele buitensporige last? De wetgever gaat bijvoorbeeld nog steeds uit van gemiddelde rendementspercentages in plaats van het daadwerkelijke rendement van de individuele belastingplichtige. Hierdoor kan het forfaitaire rendement in bepaalde gevallen dus nog steeds hoger zijn dan het daadwerkelijk door u behaalde rendement, terwijl de Hoge Raad dit juist in strijd achtte met het EVRM.

Daarnaast is er onduidelijkheid over wat precies onder het werkelijk behaalde rendement moet worden verstaan. Is dit alleen de daadwerkelijk in een jaar ontvangen opbrengsten uit vermogen (zoals rente, dividend en huur) of moet er ook rekening worden gehouden met (on)gerealiseerde koersresultaten en waardemutaties? Recente jurisprudentie van lagere rechters geeft hier helaas nog geen duidelijkheid over en spreken elkaar soms tegen. Vermoedelijk zal het nog wel even duren voordat er duidelijkheid komt en is het wachten op de Hoge Raad om hierover duidelijkheid te geven.

Wat te doen in 2023?

Zolang er geen duidelijkheid bestaat over wat nu onder daadwerkelijk behaald rendement moet worden verstaan én om te voorkomen dat het achteraf voor u niet meer mogelijk is om de benodigde informatie te achterhalen, adviseren wij u om bij te houden wat het daadwerkelijke rendement op uw vermogen gedurende het jaar is en welke kosten u hiervoor heeft gemaakt. Mogelijk heeft u deze informatie nodig bij het opstellen van uw aangifte inkomstenbelasting 2023 en bespaart u hiermee belastingheffing over uw box 3-vermogen.  U moet hierbij onder andere denken aan:

  • Ontvangen rente-, dividend, -huurinkomsten;
  • Gerealiseerde en ongerealiseerde koerswinsten/-verliezen van effectenportefeuilles (waaronder ook cryptobezittingen);
  • Behaalde waardeontwikkelingen van overige bezittingen (waaronder vorderingen, tweede woning en beleggingsvastgoed);
  • Bijhouden van gemaakte kosten voor uw box 3-vermogen gemaakte kosten (bijvoorbeeld advies- en bankkosten, rentelasten, verzekeringen, onroerendzaakbelasting, onderhoudskosten etc.

Voorjaarsnota 2023

In de voorjaarsnota 2023 zijn wel de volgende maatregelen voorgesteld:

  • Het aandeel in een Vereniging van Eigenaren en een (depot)storting op een derdenrekening van een notaris aan te merken als banktegoedp.v. overige bezittingen;
  • Onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen worden gedefiscaliseerd. Deze hoeven dus niet langer als overige bezitting en schuld (met verschillende rendementspercentages) in de aangifte inkomstenbelasting van fiscaal partners of de ouder(s) in aanmerking te worden genomen;
  • Gelijktrekken van forfait voor bepaalde vorderingen en schulden in familiare verhoudingen, zoals tussen ouders en meerderjarige kinderen;
  • Verdere uitsplitsing van de categorie overige bezittingen in effecten, onroerende zaken, kapitaalverzekeringen, periodieke uitkeringen, belastbaar netto pensioen/lijfrentes en overige bezittingen.

Verder is in de voorjaarsnota aangegeven dat de invoering van een nieuw box 3-regime op basis van werkelijk rendement wordt uitgesteld van 2026 naar 2027.

Hoofdkantoor

Hoofdstraat 2
2351 AJ Leiderdorp

bel ons

071-5422720